ECLI:NL:RBDHA:2023:7222

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 mei 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
AWB 22/4424
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake aanvraag verblijfsvergunning regulier

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 13 juni 2022, waarin zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet in behandeling werd genomen. De rechtbank heeft het beroep van de eiser zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb het beroepschrift ten minste de gronden van het beroep moet bevatten. Aangezien de eiser geen gronden heeft ingediend, kan de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaren op basis van artikel 6:6 van de Awb. De rechtbank heeft de eiser eerder de gelegenheid gegeven om binnen vier weken alsnog gronden in te dienen, maar hierop is geen reactie gekomen.

Gelet op het ontbreken van gronden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitspraak en hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 22/4424

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser,

V-nummer: [Nummer]
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 13 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb bevat het beroepschrift ten minste de gronden van het beroep. Dat zijn de punten waarop degene die beroep instelt het niet eens is met het bestreden besluit.
2. Als er geen gronden worden ingediend, kan de rechtbank op grond van artikel 6:6 van de Awb het beroep niet-ontvankelijk verklaren. Dat houdt in dat het beroep niet inhoudelijk wordt behandeld. De rechtbank moet dan wel eerst een mogelijkheid tot herstel bieden.
3. Het beroepschrift van eiser bevat geen gronden. Daarom heeft de rechtbank bij aangetekende brief van 19 juli 2022 aan eiser gevraagd om binnen vier weken alsnog gronden in te dienen. Op deze brief is geen reactie gekomen.
4. Gelet hierop is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier, op de hieronder vermelde datum en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.