ECLI:NL:RBDHA:2023:7214

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 mei 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
NL22.16338 en NL22.16341
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke uitspraak inzake asielaanvraag met betrekking tot overschrijding beslistermijn en dwangsom

Op 15 mei 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL22.16338 en NL22.16341, waarbij eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, beroep hebben ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat de beroepen gegrond zijn. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zestien weken na de verzending van de uitspraak een besluit te nemen. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 7.500, voor elke dag dat de termijn wordt overschreden. De rechtbank heeft ook proceskosten toegewezen aan eisers, tot een bedrag van € 418,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar de bijzondere omstandigheden rondom de behandeling van asielaanvragen en de achterstanden die daarbij zijn ontstaan. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beslissing door verweerder, terwijl ook het belang van eisers om tijdig een beslissing te ontvangen wordt erkend.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.16338 en NL22.16341
V-nummers: [Nummer 1] en [Nummer 2]

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[Naam], eiser,

[Naam 2], eiseres,
hierna tezamen: eisers,
(gemachtigde: mr. J.C.A. Koen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: L. Neuhaus).

Procesverloop

Eisers hebben beroep ingesteld.
Verweerder heeft de gelegenheid van verweer gehad.

Overwegingen

Voor het wettelijk kader en de aan het beroep ten grondslag liggende overwegingen verwijst de rechtbank naar de aan deze uitspraak gehechte bijlage.
Is de beslistermijn overschreden?
☒ Ja
☐ Nee
Is er een correcte ingebrekestelling en zijn de beroepen meer dan twee weken later ingesteld?
☒ Ja
☐ Nee
Zijn de beroepen gegrond?
☐ Nee
☒ Ja
Hebben eisers de rechtbank verzocht om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen?
☒ Ja
Is er een bestuurlijke dwangsom verbeurd?
☒ Nee
Binnen welke termijn moet verweerder alsnog een besluit nemen?
☒ Er is sprake van bijzondere omstandigheden. Er zijn achterstanden in de behandeling van
asielaanvragen. De rechtbank acht een nadere beslistermijn van maximaal zestien weken na
de datum van verzending van deze uitspraak redelijk. Hierbij wordt zowel recht gedaan aan
het belang van verweerder om een zorgvuldige beslissing te nemen, als aan het belang van
eiser om op korte termijn een beslissing te krijgen op de aanvraag.
Is er aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen?
☒ Ja
☐ Nee
Hoe hoog is de rechterlijke dwangsom als verweerder niet binnen deze termijn beslist?
☒ € 100 per dag met een maximum van € 7.500.
☐ Een ander bedrag.
Is er aanleiding om proceskosten vast te stellen?
☒ Ja
☐ Nee
Hoe hoog zijn de te vergoeden proceskosten?
De volgende proceskosten worden toegekend:
☒ 1 punt voor het indienen van het beroepschrift
met een waarde per punt van € 837 en een wegingsfactor 0,5.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart de beroepen gegrond;
 draagt verweerder op binnen zestien weken na de verzending van deze uitspraak een
besluit bekend te maken met inachtneming van deze uitspraak;
 bepaalt dat verweerder aan eisers een dwangsom van € 100 (honderd euro) verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500 (vijfenzeventighonderd euro); en
 veroordeelt verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kunnen partijen en andere belanghebbenden verzet doen bij de rechtbank. De termijn voor het indienen van een verzetschrift bedraagt zes weken en vangt aan op de dag na de verzending van deze uitspraak.

Bijlage

De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]
Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [2] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [3]
Als niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor een beroep tegen niet tijdig beslissen, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
Als een beschikking niet op tijd wordt genomen, is het bestuursorgaan een dwangsom verschuldigd voor elke dag (vanaf de vijftiende dag na ontvangst van de ingebrekestelling) dat het in gebreke is voor ten hoogste 42 dagen. Dit is de bestuurlijke dwangsom. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen € 23,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35,- per dag en de overige dagen € 45,- per dag. Deze dwangsom kan slechts eenmaal worden vastgesteld. [4]
Specifiek voor het niet tijdig beslissen op asielaanvragen:
Met de Tijdelijke wet dwangsom heeft verweerder de bestuurlijke dwangsom afgeschaft in asielzaken. Dit is niet in strijd met het Unierecht. [5]
Als verweerder nog geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Verweerder moet dit in beginsel doen binnen twee weken na het verzenden van de uitspraak. [6] Alleen in bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn bepalen. [7]
De rechtbank bepaalt dat verweerder bij het overschrijden van de door de rechtbank vastgestelde termijn een dwangsom verschuldigd is voor elke dag waarmee de hiervoor genoemde termijn wordt overschreden. [8] Dit is de rechterlijke dwangsom. Daarbij past de rechtbank het landelijke beleid toe. [9]
Als eiser is bijgestaan door een rechtsbijstandverlener, stelt de rechtbank een vergoeding vast van zijn kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. [10] De zaak is van licht gewicht als het alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden en/of een dwangsom is verbeurd.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
4.Artikel 4:17 van Awb.
5.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3352.
6.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
7.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
8.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
9.Gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
10.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.