ECLI:NL:RBDHA:2023:7204

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 mei 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
NL22.11765
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluitvorming asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid beroep wegens tijdsoverschrijding

In deze zaak heeft eiser, een Soedanese nationaliteit, op 15 februari 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Na een lange periode zonder besluit, heeft eiser op 6 mei 2022 de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Vervolgens heeft eiser op 22 juni 2022 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit. Op 16 januari 2023 heeft de Staatssecretaris uiteindelijk een besluit genomen op de aanvraag van eiser.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris inmiddels een besluit heeft genomen, waardoor eiser geen belang meer heeft bij zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft daarom het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard.

Daarnaast heeft de rechtbank de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten die eiser heeft gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken na de bekendmaking van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.11765

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser

geboren op [geboortedatum]
V-nummer: [nummer]
van Soedanese nationaliteit
(gemachtigde: mr. A. Szirmai),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 15 februari 2021 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend.
Bij brief van 6 mei 2022 heeft eiser verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Eiser heeft vervolgens op 22 juni 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
Verweerder heeft op 16 januari 2023 een besluit genomen op de aanvraag van eiser.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. In artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb is bepaald dat, voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep, het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit wordt gelijkgesteld.
3. De rechtbank stelt vast dat verweerder inmiddels bij besluit van 16 januari 2023 heeft beslist op de aanvraag van eiser. Nu verweerder een beslissing heeft genomen op de aanvraag van eiser heeft hij geen belang meer bij zijn beroep voor zover gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag. De rechtbank zal daarom het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.
4. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 418,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep, voor zover gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Karsowidjojo, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.