ECLI:NL:RBDHA:2023:7191

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 mei 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
NL22.14327
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en vaststelling van dwangsom

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 15 mei 2023, is het beroep van eiser tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de beslistermijn voor zijn asielaanvraag was overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, waaronder achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zestien weken na de verzending van de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de asielaanvraag van eiser. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 7.500, voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt.

De rechtbank heeft ook proceskosten toegewezen aan eiser, die zijn vastgesteld op € 418,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Eiser is bijgestaan door mr. A. Heida, die als gemachtigde optreedt. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar de relevante wetgeving en eerdere jurisprudentie met betrekking tot het niet tijdig beslissen op asielaanvragen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beslissing door verweerder, terwijl ook het belang van eiser om snel duidelijkheid te krijgen op zijn aanvraag wordt erkend.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.14327

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser,

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. A. Heida),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld.
Verweerder heeft de gelegenheid van verweer gehad.

Overwegingen

Voor het wettelijk kader en de aan het beroep ten grondslag liggende overwegingen verwijst de rechtbank naar de aan deze uitspraak gehechte bijlage.
Is de beslistermijn overschreden?
☒ Ja
☐ Nee
Is er een correcte ingebrekestelling en is het beroep meer dan twee weken later ingesteld?
☒ Ja
☐ Nee
Is het beroep gegrond?
☒ Ja
Heeft eiser de rechtbank verzocht om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen?
☒ Ja
Is er een bestuurlijke dwangsom verbeurd?
☒ Nee
Binnen welke termijn moet verweerder alsnog een besluit nemen?
☒ Er is sprake van bijzondere omstandigheden. Er zijn achterstanden in de behandeling van
asielaanvragen. De rechtbank acht een nadere beslistermijn van maximaal zestien weken na
de datum van verzending van deze uitspraak redelijk. Hierbij wordt zowel recht gedaan aan
het belang van verweerder om een zorgvuldige beslissing te nemen, als aan het belang van
eiser om op korte termijn een beslissing te krijgen op de aanvraag.
Is er aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen?
☒ Ja
☐ Nee
Hoe hoog is de rechterlijke dwangsom als verweerder niet binnen deze termijn beslist?
☒ € 100 per dag met een maximum van € 7.500.
☐ Een ander bedrag.
Is er aanleiding om proceskosten vast te stellen?
☒ Ja
☐ Nee
Hoe hoog zijn de te vergoeden proceskosten?
De volgende proceskosten worden toegekend:
☒ 1 punt voor het indienen van het beroepschrift
met een waarde per punt van € 837 en een wegingsfactor 0,5.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep gegrond;
 draagt verweerder op om binnen zestien weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit bekend te maken op de asielaanvraag van eiser;
 bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 100 (honderd euro) verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500 (vijfenzeventighonderd euro); en
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Bijlage

De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]
Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [2] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [3]
Als niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor een beroep tegen niet tijdig beslissen, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
Als een beschikking niet op tijd wordt genomen, is het bestuursorgaan een dwangsom verschuldigd voor elke dag (vanaf de vijftiende dag na ontvangst van de ingebrekestelling) dat het in gebreke is voor ten hoogste 42 dagen. Dit is de bestuurlijke dwangsom. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen € 23,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35,- per dag en de overige dagen € 45,- per dag. Deze dwangsom kan slechts eenmaal worden vastgesteld. [4]
Specifiek voor het niet tijdig beslissen op asielaanvragen:
Met de Tijdelijke wet dwangsom heeft verweerder de bestuurlijke dwangsom afgeschaft in asielzaken. Dit is niet in strijd met het Unierecht. [5]
Als verweerder nog geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Verweerder moet dit in beginsel doen binnen twee weken na het verzenden van de uitspraak. [6] Alleen in bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn bepalen. [7]
De rechtbank bepaalt dat verweerder bij het overschrijden van de door de rechtbank vastgestelde termijn een dwangsom verschuldigd is voor elke dag waarmee de hiervoor genoemde termijn wordt overschreden. [8] Dit is de rechterlijke dwangsom. Daarbij past de rechtbank het landelijke beleid toe. [9]
Als eiser is bijgestaan door een rechtsbijstandverlener, stelt de rechtbank een vergoeding vast van zijn kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. [10] De zaak is van licht gewicht als het alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden en/of een dwangsom is verbeurd.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
4.Artikel 4:17 van Awb.
5.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3352.
6.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
7.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
8.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
9.Gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
10.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.