In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 15 mei 2023, is het beroep van eiser tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de beslistermijn voor zijn asielaanvraag was overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, waaronder achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zestien weken na de verzending van de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de asielaanvraag van eiser. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 7.500, voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt.
De rechtbank heeft ook proceskosten toegewezen aan eiser, die zijn vastgesteld op € 418,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Eiser is bijgestaan door mr. A. Heida, die als gemachtigde optreedt. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar de relevante wetgeving en eerdere jurisprudentie met betrekking tot het niet tijdig beslissen op asielaanvragen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beslissing door verweerder, terwijl ook het belang van eiser om snel duidelijkheid te krijgen op zijn aanvraag wordt erkend.