Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 25 juli 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 15 mei 2023 uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser had op 6 november 2021 een asielaanvraag ingediend, welke op 20 juni 2022 in de nationale asielprocedure is opgenomen. De rechtbank overweegt dat de ingebrekestelling en het beroep tegen het niet tijdig beslissen prematuur zijn, omdat de beslistermijn van zes maanden, zoals bepaald in artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, nog niet was verstreken. Verweerder had de beslistermijn met negen maanden verlengd, waardoor de beslissing uiterlijk op 20 september 2023 genomen moest worden. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie.