Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam 1], eiseres 1,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben eisers, bestaande uit meerdere personen, op 31 maart 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) met als verblijfsdoel 'familie en gezin'. Na een periode van inactiviteit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, hebben eisers op 26 oktober 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun aanvraag. Uiteindelijk heeft de staatssecretaris op 29 november 2022 alsnog op de aanvraag beslist en de Nederlandse ambassade in Beiroet verzocht om de mvv te verlenen aan de eisers. Ondanks deze beslissing hebben eisers op 6 december 2022 aangegeven het beroep te handhaven, met als argument de gemaakte proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep, voor zover gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om afgifte van een mvv, niet-ontvankelijk is. Dit is omdat de aanvraag inmiddels is ingewilligd, waardoor eisers geen procesbelang meer hebben in deze kwestie. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eisers recht hebben op een vergoeding van de door hen gemaakte proceskosten in het kader van hun beroep tegen het niet tijdig beslissen. De kosten zijn vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De rechtbank heeft de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eisers tot het genoemde bedrag. De uitspraak is gedaan door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier R. Ben Sellam, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie.