Wat vindt de rechtbank
8. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiser 65,87% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiser daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiser en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
9. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiser voor 65,87% arbeidsongeschikt is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
10. De rechtbank is van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennis genomen van het dossier, waaronder de medische informatie van zijn behandelaars in het verleden en het bezwaar van eiser. Hij heeft eveneens betrokken het rapport van de verzekeringsarts, waarin onder meer diens bevindingen uit eigen psychisch onderzoek, de anamnese, het dagverhaal en de door eiser ingevulde vragenlijst zijn vermeld. Gelet hierop vindt de rechtbank dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldig en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten, te weten: ernstige destructie van de linkerorbita waarna functieverlies van het linkeroog, hoofdpijnklachten en psychische klachten heeft betrokken bij de medische beoordeling. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiser heeft gemist. De stelling van eiser, dat de verzekeringsarts B&B (wederom) weigert om naar zijn medisch dossier te kijken, kan hem niet baten. Eiser heeft namelijk niet concreet gemaakt welke medische feiten in dat medisch dossier staan, die niet bekend zijn bij het UWV en die daarom niet zijn meegenomen bij het medisch onderzoek. Eiser voert tot slot nog aan dat de herkeuring pas na een jaar na de zitting bij de CRvB heeft plaatsgevonden, terwijl de CRvB het UWV had aangemaand daar snel mee te starten. De rechtbank beschikt niet over de zittingsaantekeningen of een verslag van hetgeen tijdens de zitting bij de CRvB is besproken. Dat er een toezegging zou zijn gedaan dat het onderzoek naar eisers arbeidsongeschiktheid binnen een bepaalde termijn zou zijn verricht, kan de rechtbank – bij gebreke van nadere onderbouwing van eisers kant – niet vaststellen. Bovendien stelt de rechtbank vast dat het medisch onderzoek is verricht binnen vijf maanden na de zitting bij de CRvB en is afgerond binnen zes maanden na die zitting. Eisers stelling dat het onderzoek meer dan een jaar heeft geduurd, is dan ook feitelijk onjuist. Ook kan hieruit ook niet zonder meer worden geconcludeerd dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is geweest.
De beoordeling van de belastbaarheid
11. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiser, zoals vastgesteld door de verzekeringsarts in de FML van 29 april 2021, in het rapport op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden gemotiveerd heeft bevestigd.
12. Eiser vindt dat hij volledig arbeidsongeschikt is en hij weet niet meer wat hij aan medische gegevens moet inbrengen om dat aan te tonen. De rechtbank volgt eiser hierin niet. Zoals de verzekeringsarts in haar rapport van 29 april 2021 heeft weergegeven is bij eiser geen sprake van het ontbreken van benutbare mogelijkheden. Daarbij heeft zij gewezen op het feit dat uit onderzoek is gebleken dat eiser zichzelf kan verzorgen, dat hij activiteiten kan verrichten en dat hij niet is opgenomen. De verzekeringsarts B&B heeft geen reden gezien om hier anders over te denken. Eiser heeft deze motivering niet betwist, noch heeft hij feiten en omstandigheden genoemd en onderbouwd op grond waarvan moet worden geoordeeld dat hij wel voldoet aan de criteria zoals vermeld in artikel 2 van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Voor zover eiser in dit verband verwijst naar de medische stukken die hij voor het laatst in 2020 heeft ingebracht, kan dat hem niet baten. Immers, de rechtbank en de CRvB hebben in hun uitspraken ook al beslist dat die desbetreffende medische stukken niet tot volledige arbeidsongeschiktheid kunnen leiden. Er is terecht een FML opgesteld.
13. De rechtbank overweegt verder dat de verzekeringsarts alle medische informatie heeft meegenomen. Op grond daarvan is zij van mening dat inderdaad sprake is van een verslechtering van eisers gezondheidstoestand en zij heeft in dat verband aanvullende beperkingen aangenomen in de FML. De verzekeringsarts B&B heeft in zijn rapport dit standpunt van de verzekeringsarts gemotiveerd onderschreven. Indien eiser van mening is dat deze FML niet volledig/juist is, had het op zijn weg gelegen om zijn standpunt met nieuwe medische informatie te onderbouwen. Eiser heeft voor het laatst in 2020 medische stukken overgelegd die dateren uit 2016 en 2017. Het is dan ook niet voldoende om op grond van deze “oude” medische gegevens te stellen dat ten onrechte voor eiser meer beperkingen, waaronder een urenbeperking, hadden moeten worden vastgesteld.
14. Tot slot verzoekt eiser de rechtbank om een onafhankelijke deskundige te benoemen. Volgens hem was de CRvB ook van plan om een onafhankelijke deskundige te benoemen, maar omdat het UWV toen te kennen heeft gegeven op korte termijn eisers melding wijziging gezondheidstoestand te onderzoeken en beter naar het dossier te zullen kijken heeft de CRvB hiervan afgezien.
15. De rechtbank ziet zoals hiervoor uiteen is gezet geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling. Daarom wordt het verzoek om een onafhankelijke deskundige te benoemen afgewezen. De rechtbank merkt ten overvloede op dat uit de uitspraak van de CRvB niet blijkt dat zij een onderzoek door een onafhankelijke deskundige nodig achtte dan wel dat zij hiervan heeft afgezien op de door eiser genoemde voorwaarde, zoals hij in zijn beroepschrift stelt. De CRvB heeft in de uitspraak juist vermeld dat een onafhankelijke deskundige niet noodzakelijk is, nu er geen twijfel bestaat over de juistheid van de medische beoordeling. Eiser heeft zijn stelling ook verder niet aannemelijk gemaakt.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
16. Uitgaande van de juistheid van de medische beperkingen die bij eiser zijn vastgesteld, ziet de rechtbank in wat eiser heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
17. De arbeidsdeskundige heeft in het rapport en de resultaat functiebeoordeling voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiser. De arbeidsdeskundige heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. De arbeidsdeskundige B&B heeft zich hierachter geschaard. Deze toelichting is voor de rechtbank begrijpelijk. Eiser heeft hiertegen in beroep ook geen argumenten aangevoerd
.De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd dat eiser in staat is de functies te vervullen.
18. De arbeidsdeskundige en de arbeidsdeskundige B&B hebben berekend dat eiser met de middelste van de drie geduide functies 34,13% kan verdienen van het loon dat hij verdiende met zijn eigen werk als senior systeembeheerder, zodat hij voor de overige 65,87% arbeidsongeschikt is.