Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter zitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
4.De bewezenverklaring
heeftgestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 26 januari 2023, staat de verdachte terecht voor poging tot doodslag. De feiten dateren van 6 november 2021, toen de verdachte in 's-Gravenhage betrokken raakte bij een confrontatie met het slachtoffer, waarbij hij met een mes in de rug van het slachtoffer stak. De verdachte had voorafgaand aan de confrontatie een vechtafspraak gemaakt met een andere persoon, maar werd tijdens de confrontatie overmeesterd door een groep jongens, waaronder het slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in een noodsituatie verkeerde en dat zijn handelen als verdediging kan worden gekwalificeerd. Het beroep op noodweer werd door de rechtbank geaccepteerd, waardoor de verdachte werd ontslagen van alle rechtsvervolging voor de poging tot doodslag. De benadeelde partij, het slachtoffer, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte niet strafbaar was bevonden. De rechtbank benadrukte dat de verdachte niet opzettelijk de confrontatie had gezocht, maar zich had proberen te onttrekken aan de situatie.