ECLI:NL:RBDHA:2023:7112
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Inzageverzoek in persoonsgegevens en schadevergoeding in het kader van de Fraude Signalering Voorziening
In deze zaak heeft eiseres op 8 september 2021 een verzoek ingediend om inzage in haar persoonsgegevens die zijn opgenomen in de Fraude Signalering Voorziening (FSV). De Belastingdienst, als verweerder, heeft dit verzoek toegewezen en een overzicht van de verwerkte persoonsgegevens verstrekt. Eiseres heeft echter bezwaar gemaakt tegen dit besluit, omdat zij van mening is dat er geen sprake is van fraude en dat haar gegevens onterecht zijn verwerkt. Eiseres verzocht ook om schadevergoeding, maar verweerder heeft dit verzoek niet als zodanig erkend en het bezwaar ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 11 april 2023 behandeld. Eiseres stelde dat de FSV onrechtmatig is en dat haar eer en goede naam zijn geschaad door de opname in deze voorziening. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van eiseres enkel om inzage ging en dat er geen expliciet verzoek om schadevergoeding was gedaan in het oorspronkelijke verzoek. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was, omdat de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens niet ter beoordeling stond in deze procedure. Eiseres kreeg geen gelijk en er werd geen griffierecht of proceskostenvergoeding toegekend.
De uitspraak werd gedaan door mr. A.M.H. van der Poort-Schoenmakers, in aanwezigheid van griffier mr. M.H.T. van Bruggen, en is openbaar uitgesproken op 4 mei 2023. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.