ECLI:NL:RBDHA:2023:6965

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
16 mei 2023
Zaaknummer
NL23.2955
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf

In deze zaak heeft eiseres, geboren op [geboortedatum 2] en van Syrische nationaliteit, op 12 juli 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij haar referent, [naam]. De aanvraag is door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 29 juli 2022 ontvangen. Eiseres heeft op 16 januari 2023 verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvraag en heeft op 31 januari 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres heeft twee ingebrekestellingen gestuurd, maar deze zijn prematuur ingediend omdat de wettelijke beslistermijn nog niet was verstreken. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de ingebrekestellingen niet voldeden aan de vereisten van artikel 6:12 van de Awb.

De rechtbank heeft de beslissing genomen dat het beroep niet-ontvankelijk is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.2955

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres,

geboren op [geboortedatum 2]
V-nummer: [v-nummer],
mede namens haar minderjarige kinderen:
[naam],
geboren op [geboortedatum 2],
V-nummer: [v-nummer],

[naam],

geboren op [geboortedatum 2],
V-nummer: [v-nummer]
allen van Syrische nationaliteit
(gemachtigde: mr. M. Grigorjan),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 12 juli 2022 een aanvraag ingediend om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf als familie- of gezinslid bij [naam] (referent) in het kader van nareis. De aanvraag is door verweerder op 29 juli 2022 ontvangen.
Bij brief van 16 januari 2023 heeft eiseres verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvraag. Eiseres heeft vervolgens op 31 januari 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. In artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb is bepaald dat, voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep, het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit wordt gelijkgesteld.
3. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, voor zover hier van belang, is bepaald dat een beroepschrift gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
4. Verweerder moet uiterlijk binnen 90 dagen na ontvangst van de aanvraag beslissen (artikel 2u, eerste lid, Vw). De aanvraag is ingediend op 12 juli 2022 en door verweerder ontvangen op 29 juli 2022. De eerste dag van de beslistermijn was daarmee 30 juli 2022 en de laatste dag 27 oktober 2022. Verweerder heeft deze termijn met drie maanden verlengd. De laatste dag van de beslistermijn is derhalve 27 januari 2023.
5. Door eiseres zijn twee ingebrekestellingen gestuurd. De eerste is verstuurd op 11 januari 2023, de tweede op 16 januari 2023. Op beide momenten van in gebreke stellen was verweerder nog niet in gebreke te beslissen op de aanvraag van eiseres, omdat de wettelijke beslistermijn nog niet was verstreken. De ingebrekestellingen zijn daarmee prematuur ingediend en aan de vereisten van artikel 6:12 van de Awb is niet voldaan.
6. Het beroep is, gelet op het voorgaande, kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van N.G. Fuller, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.