3.3.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer
PL1500- [nummer] , van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Leiden-Bollenstreek, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 138).
Onder 1 eerste (cumulatief/alternatief) ten laste gelegde feit
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , opgemaakt op 13 juni 2021, voor zover inhoudende (p. 5-6):
Op 13 juni 2021 omstreeks 15.00 uur was ik in mijn woning aan [adres] te Noordwijkerhout. Toen de man vandaag in de richting van mijn voordeur liep, ben ik opgestaan en naar de voordeur gelopen. Hierdoor heb ik de voordeur geopend. Ik zag dat hij gelijk naar voren stapte en naar de woonkamer liep. De man heeft mijn computerbeeldscherm en mijn camera meegenomen. De man heeft ook mijn laptop en mijn geheugenkaart meegenomen. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 15 juni 2021, door [verbalisant] , voor zover inhoudende (p. 37-44):
Camerabeelden deurbel [slachtoffer]
beschikte over een deurbel welke video en audio opneemt. [slachtoffer] gaf ter plaatse toestemming om deze beelden vanaf zijn telefoon te bekijken. Op deze beelden was de verdachte goed te zien en te horen.
In het informatiesysteem van de politie bleek een SKDB foto van [verdachte] te staan. De persoon op deze foto kwam overeen met de beelden van de verdachte welke te zien was op de camerabeelden van [slachtoffer] .
Uitkijken camerabeelden deurbel [slachtoffer]
Ik, verbalisant De Vreugd bekeek de veiliggestelde camerabeelden afkomstig van de deurbel van [slachtoffer] .
Om 15:07:14 uur verlaat verdachte [verdachte] de woning van [slachtoffer] . [verdachte] draagt onder zijn armen diverse hardware apparatuur, waaronder een fotocamera.
15:07:20 uur: [slachtoffer] roept: Hé man, je hoeft mijn computer niet mee te nemen toch?
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 15 juni 2021, door [verbalisant] , voor zover inhoudende (p. 45-46):
Op de telefoon van [verdachte] bleek een filmpje te staan waarop verdachte [verdachte] te zien is en zichzelf filmt terwijl hij in een voertuig rijdt. Dit filmpje blijkt vlak na het incident aan [adres] te Noordwijkerhout te zijn gemaakt. Door mij, verbalisant werd de video bekeken. lk hoorde dat [verdachte] in de Nederlandse taal sprak op de video.
Verdachte zegt het volgende:
“Broeders mijn wraak is genomen. lk heb zijn spullen afgepakt, zijn laptop zijn computer […]"
Onder 1 tweede (cumulatief/alternatief) ten laste gelegde feit
De rechtbank zal voor deze feiten met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft deze feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 4 mei 2023;
2. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , opgemaakt op 13 juni 2021 (p. 5-6).
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 12 juli 2021 door [verbalisant] (p. 76-77).
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , opgemaakt op 13 juni 2021, voor zover inhoudende (p. 5-6):
Op 13 juni 2021 omstreeks 15.00 uur was ik in mijn woning aan [adres] te Noordwijkerhout. Toen de man vandaag in de richting van mijn voordeur liep, ben ik opgestaan en naar de voordeur gelopen. Hierdoor heb ik de voordeur geopend. Ik zag dat hij gelijk naar voren stapte en naar de woonkamer liep. Toen ik in de woonkamer kwam zag ik dat de man een slagershakmes tevoorschijn haalde van achter zijn rug en mij hiermee bedreigde. Ik zag dat hij met het hakmes in mijn richting sloeg. Hij begon mij ook gelijk met zijn vuisten op mijn hoofd en mijn hele lichaam te slaan. Ik probeerde de gehele tijd weg te komen naar de voordeur en de keuken, echter trok hij mij terug en bleef mij slaan. De man pakte ook een koekenpan uit de keuken en probeerde mij hiermee te slaan. De man dreigde dat hij mij dood zou maken als ik niet een filmpje zou verwijderen.
2. Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte, opgemaakt op 14 juni 2021, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - (p. 27-28):
Ik ben op 13 juni 2021 naar de woning van [verdachte] gegaan en ik heb tegen hem gezegd dat hij het filmpje moest verwijderen. Toen hij dat niet deed ontstond er een worsteling. Ik heb hem een paar keer geslagen met mijn vuisten. Ik heb het filmpje verwijderd. Ik heb ook een mes in mijn handen gehad.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 15 juni 2021, door [verbalisant] , voor zover inhoudende (p. 45-46):
Op de telefoon van [verdachte] bleek een filmpje te staan waarop verdachte [verdachte] te zien is en zichzelf filmt terwijl hij in een voertuig rijdt. Dit filmpje blijkt vlak na het incident aan [adres] te Noordwijkerhout te zijn gemaakt. Door mij, verbalisant werd de video bekeken. lk hoorde dat [verdachte] in de Nederlandse taal sprak op de video.
Verdachte zegt het volgende:
“Broeders mijn wraak is genomen. lk heb zijn spullen afgepakt, zijn laptop zijn computer en deze” ***verdachte gaat met zijn linkerhand richting zijn broeksband, beweegt zijn t-shirt omhoog en houdt vervolgens in zijn linker hand een slagers-hakmes recht omhoog***
Vervolgens zegt verdachte: “staat op mensen zoals hem te wachten”.
De rechtbank zal voor deze feiten met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft deze feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 4 mei 2023;
2. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , opgemaakt op 13 juni 2021 (p. 5-6).