ECLI:NL:RBDHA:2023:6916

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 mei 2023
Publicatiedatum
15 mei 2023
Zaaknummer
SGR 22/1530
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van ZW-uitkering na beoordeling van arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 15 mei 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres en het UWV over de beëindiging van haar Ziektewet (ZW) uitkering. Eiseres, die voorheen werkzaam was als servicemedewerker, had zich op 22 juli 2020 ziekgemeld. Het UWV besloot op basis van een medisch en arbeidsdeskundig onderzoek dat zij per 22 augustus 2021 niet langer recht had op de ZW-uitkering, omdat zij meer dan 65% van haar eerdere loon kon verdienen. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het UWV handhaafde zijn standpunt na een nieuw onderzoek. De rechtbank beoordeelde het beroep van eiseres en concludeerde dat het UWV terecht had beslist. De rechtbank oordeelde dat de medische belastbaarheid van eiseres op overtuigende wijze was vastgesteld en dat er geen objectieve onderbouwing was voor verdergaande beperkingen. Eiseres had aangevoerd dat haar mentale toestand haar in staat stelde om geen arbeid te verrichten, maar de rechtbank vond dat het UWV de geschiktheid van de geduide functies niet in twijfel hoefde te trekken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en het betaalde griffierecht niet vergoed zou worden.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/1530

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: V.H. Termoshuizen),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: C. Schravesande).

Inleiding

Het UWV heeft de uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) van eiseres beëindigd, omdat eiseres meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.
In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 24 januari 2022.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
Eiseres en het UWV hebben nadere stukken ingediend.
Met stilzwijgende toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres is voor het laatst werkzaam geweest als servicemedewerker benzinestation voor gemiddeld 13,10 uur per week. Daarna ontving zij een uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Op 22 juli 2020 heeft eiseres zich ziekgemeld. Het UWV heeft eiseres een uitkering op grond van de Ziektewet toegekend
.Eiseres is vanwege een medisch onderzoek in verband met de Eerstejaars Ziektewetbeoordeling (EZWb) opgeroepen voor een spreekuur.
2. Na medisch en arbeidsdeskundig onderzoek heeft het UWV besloten dat de ZW-uitkering van eiseres stopt op 22 augustus 2021, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziekmeldde.
3. Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Na een nieuw medisch en arbeidsdeskundig onderzoek heeft het UWV met het bestreden besluit het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Wat vindt het UWV

4. Het UWV vindt dat eiseres meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd en heeft daarom besloten om de ZW-uitkering met ingang van 22 augustus 2021 te beëindigen.
5. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B) van 3 januari 2022
.De medische belastbaarheid van eiseres is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 21 juni 2021
.
6. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van 21 januari 2022
.

Wat vindt eiseres

7. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij stelt dat het UWV niet heeft meegenomen dat zij uitbehandeld is, aangezien de behandelaars geen uitzicht voor haar zien. Alle ingezette hulptrajecten in de afgelopen tien jaar hebben niet tot resultaat geleid. Haar mentale gesteldheid is verslechterd en uitzichtloos. Eiseres is niet in staat de Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) uit te voeren. Het UWV stelt dat eiseres taken verricht in het huishouden, maar eiseres vult haar dagen met dwangmatigheden, waardoor zij niet in staat is ook maar één handeling af te ronden. Daarom worden de huishoudelijke taken overgenomen door een zorgteam. Veelal treft men haar overstuur, in paniek, huilend en verward thuis aan. Eiseres kan weliswaar zelfstandig eten maar verzaakt dit meestal te doen, omdat haar mentale toestand dermate slecht is dat zij hier niet aan denkt. Het UWV stelt ten onrechte dat eiseres mantelzorger was voor haar moeder. Eiseres lijdt aan een psychiatrische stoornis in engere zin, alle gegevens wijzen op een angststoornis die therapie-resistent is gebleken. Zij kon hierdoor niet als mantelzorger fungeren.

Wat vindt de rechtbank

8. De vraag is of het UWV de ZW-uitkering van eiseres terecht per 22 augustus 2021 heeft beëindigd, omdat eiseres meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht.
9. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres meer kan verdienen dan 65% van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd en dat zij daarom per 22 augustus 2021 geen recht meer heeft op een ZW-uitkering. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
10. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres in het rapport van 3 januari 2022 op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. De rechtbank vindt ook dat de verzekeringsarts B&B in het nadere rapport van 4 augustus 2022 afdoende is ingegaan op de beroepsgronden en heeft gemotiveerd dat de medische informatie van het Erasmus MC van 22 februari 2022 geen ander licht werpt op de belastbaarheid op de datum in geding. Uit het eindverslag van Parnassia van 18 december 2020 blijkt in grote lijnen hetzelfde beeld. De brief van de werkcoach van 10 december 2021, de brief van GZ-psycholoog Van der Heijden van 18 december 2020 en het psychodiagnostisch onderzoek van 4 en 18 september 2020 waren al in het dossier aanwezig en (naar de rechtbank begrijpt) betrokken bij de beoordeling.
11. In de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de ZW-beoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten medisch objectief kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, merkt de rechtbank op dat er geen medisch objectieve onderbouwing is voor verdergaande beperkingen op 22 augustus 2021.
12. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op 22 augustus 2021 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die in de FML van 21 juni 2021 zijn vastgesteld.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
13. Uitgaande van de juistheid van de medische beperkingen die bij eiseres zijn vastgesteld, ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
14. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres met de middelste van de drie voor de schatting gebruikte functies 80,11% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.

Conclusie en gevolgen

15. Het UWV heeft terecht besloten om per 22 augustus 2021 de ZW-uitkering van eiseres te beëindigen, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.
16. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, wordt het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 15 mei 2023 door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. J.B.C. Hoeksel, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.