In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt de asielaanvraag van eiseres, die de Syrische nationaliteit heeft en mogelijk ook de Venezolaanse nationaliteit, behandeld. Eiseres heeft op 10 maart 2022 een asielaanvraag ingediend, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 12 december 2022 is afgewezen. De rechtbank heeft op 30 december 2022 de zaak behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank constateert dat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de afwijzing van de asielaanvraag heeft gebaseerd op de veronderstelling dat eiseres ook de Venezolaanse nationaliteit heeft, waardoor zij naar Venezuela kan terugkeren. Eiseres betwist echter de Venezolaanse nationaliteit en stelt dat zij deze heeft verloren door haar Syrische afkomst. De rechtbank merkt op dat de relevante Venezolaanse wetteksten niet zijn overgelegd en dat de bewijslast voor de nationaliteit bij de Staatssecretaris ligt. De rechtbank concludeert dat het besluit van de Staatssecretaris onzorgvuldig is voorbereid en dat er een motiveringsgebrek is.
De rechtbank doet een tussenuitspraak en geeft de Staatssecretaris de gelegenheid om de geconstateerde gebreken binnen twee weken te herstellen. Eiseres krijgt vervolgens vier weken om schriftelijk te reageren. De einduitspraak zal zonder nadere zitting volgen, waarin ook een beslissing over de proceskosten zal worden genomen. Tegen deze tussenuitspraak staat geen hoger beroep open, maar kan dit wel samen met een eventueel hoger beroep tegen de einduitspraak worden ingesteld.