ECLI:NL:RBDHA:2023:6896

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 april 2023
Publicatiedatum
15 mei 2023
Zaaknummer
NL22.25423
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Einduitspraak inzake asielaanvraag van een Syrische en Venezolaanse nationaliteit

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 april 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, die zowel de Syrische als de Venezolaanse nationaliteit heeft, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat eiseres niet onder de bescherming van de Venezolaanse autoriteiten hoeft te vallen, tenzij zij in Venezuela het risico loopt op ernstige schade. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat eiseres bij haar geboorte zowel de Syrische als de Venezolaanse nationaliteit heeft verkregen en dat er geen bewijs is dat zij afstand heeft gedaan van haar Venezolaanse nationaliteit. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de humanitaire situatie in Venezuela geen reëel risico oplevert op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM. Eiseres heeft haar beroep tegen de afwijzing van haar asielaanvraag verloren, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de Staatssecretaris de geconstateerde gebreken in het bestreden besluit heeft hersteld. De proceskosten worden niet vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.25423
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. E.H. Bokhorst),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. E.H.J.M. de Bonth).

Procesverloop

Bij besluit van 12 december 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 30 december 2022 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door mr. E.W. van Elst, als waarnemer van haar gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Belkassem. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
In de tussenuitspraak van 11 januari 2023 (de tussenuitspraak) heeft de rechtbank verweerder in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van wat in de tussenuitspraak is overwogen, de geconstateerde gebreken in het bestreden besluit te herstellen.
Verweerder heeft in reactie op de tussenuitspraak een aanvullende motivering ingediend. Eiseres heeft hierop een schriftelijke zienswijze (de zienswijze) gegeven.
De rechtbank heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.

Overwegingen

De rechtbank blijft bij hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen en geoordeeld, tenzij uit deze einduitspraak iets anders blijkt.
De rechtbank oordeelt dat verweerder met zijn aanvullende besluit van 7 februari 2023 de in de tussenuitspraak geconstateerde gebreken heeft hersteld. De rechtbank motiveert dit als volgt.
Eiseres is geboren in 1972 en daarom is de Venezolaanse grondwet van 1961 op haar van toepassing. Op grond van artikel 35, eerste lid, van die grondwet heeft eiseres bij haar geboorte van rechtswege de Venezolaanse nationaliteit verkregen omdat zij is geboren op Venezolaans grondgebied. Eiseres heeft gesteld dat zij de Venezolaanse nationaliteit bij haar geboorte direct weer is verloren omdat zij is geboren uit twee Syrische ouders en (dus) bij haar geboorte de Syrische nationaliteit heeft verkregen. Dit blijkt volgens eiseres uit artikel 39 van de Venezolaanse grondwet 1961.
In artikel 39 van de Venezolaanse grondwet 1961 staat het volgende:

“De Venezolaanse nationaliteit gaat verloren:

Door optie of vrijwillige verkrijging van een andere nationaliteit.
Door intrekking van naturalisatie bij gerechtelijk vonnis in overeenstemming met de

wet.”

5. Een redelijke uitleg van deze bepaling leidt tot de conclusie dat deze niet van toepassing is op eiseres. Zij heeft haar andere nationaliteit (de Syrische) verkregen bij haar geboorte en heeft daar zelf geen invloed op gehad. Er is daarom geen sprake van een “optie of vrijwillige verkrijging van een andere nationaliteit”. Eiseres valt dus niet onder het eerste lid. Het staat niet ter discussie dat eiseres niet onder het tweede lid valt en de rechtbank gaat daar verder niet op in.
6. Verweerder heeft er daarnaast op gewezen dat – samengevat – in de huidige Venezolaanse grondwet (van kracht sinds 1999) is bepaald dat Venezolanen die hun nationaliteit van rechtswege hebben verkregen niet van hun nationaliteit mogen worden beroofd en dat het op grond van zowel de Venezolaanse als de Syrische nationaliteitswetgeving toegestaan is een dubbele nationaliteit te hebben.
7. Op grond van het voorgaande heeft verweerder tot de conclusie kunnen komen dat eiseres bij haar geboorte zowel de Syrische als de Venezolaanse nationaliteit heeft verkregen. Dat verweerder de hiervoor genoemde (grond)wetsbepalingen heeft vertaald met behulp van Google Translate, leidt niet tot een ander oordeel. Omdat niet is gesteld of gebleken dat eiseres afstand heeft gedaan van haar Venezolaanse nationaliteit, heeft verweerder er van uit mogen gaan dat eiseres die nationaliteit nog steeds heeft.
8. Dit betekent dat van eiseres mag worden verwacht dat zij zich onder de bescherming stelt van de Venezolaanse autoriteiten, tenzij zij in Venezuela het risico loopt op ernstige schade.1 De rechtbank overweegt dat verweerder in dit verband heeft verwezen
1. Zoals wordt bedoeld in artikel 3 van het EVRM.
naar paragraaf C/7.36 van de Vc2. Verweerder heeft niet ten onrechte beslist dat eiseres in Venezuela geen risico loopt op ernstige schade. Wat eiseres hiertegen heeft ingebracht, leidt niet tot een ander oordeel. De rechtbank begrijpt dat het voor eiseres zwaar zal kunnen zijn om naar Venezuela te gaan omdat in Venezuela sprake is van een economische en/of humanitaire crisis en eiseres – naar zij stelt – geen binding heeft met Venezuela, niet bekend is met de gebruiken en gewoonten van dat land en in Venezuela geen sociaal of financieel vangnet heeft. Maar dit betekent niet dat eiseres een reëel risico loopt om in Venezuela te worden onderworpen aan een onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. De rechtbank verwijst hierbij ook naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 maart 2023, waaruit volgt dat de humanitaire situatie in Venezuela geen reëel risico oplevert op een door artikel 3 van het EVRM verboden behandeling.3
9. Het beroep is ongegrond. De proceskosten worden niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van mr. K.E. Pruntel, griffier.
2 Vreemdelingencircula ire 2000. De desbetreffende paragraaf bevat het asielbeleid ten aanzien van Venezuela.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
03 april 2023

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak en de tussenuitspraak/tussenuitspraken, kunt een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.