ECLI:NL:RBDHA:2023:6892
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod opgelegd aan vreemdeling met ernstige strafrechtelijke achtergrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod van 10 jaar, opgelegd aan een vreemdeling van Colombiaanse nationaliteit. De vreemdeling, die sinds juli 2012 in detentie in Nederland verblijft, is in 2016 veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf voor gekwalificeerde doodslag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 12 juli 2022 een terugkeerbesluit genomen, waarbij de vreemdeling werd verplicht Nederland en de EU onmiddellijk te verlaten, en een zwaar inreisverbod voor de duur van 10 jaar is opgelegd. De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat hij rechtmatig verblijf in Spanje heeft en dat het inreisverbod onevenredig is gezien zijn persoonlijke omstandigheden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht in Nederland of Spanje heeft en dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de vreemdeling een actueel en ernstig gevaar voor de openbare orde vormt. De rechtbank heeft de argumenten van de vreemdeling, waaronder zijn banden met Spanje en zijn zakelijke belangen, niet overtuigend geacht. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat het belang van de Nederlandse overheid zwaarder weegt dan de persoonlijke belangen van de vreemdeling. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij heeft geoordeeld dat het besluit zorgvuldig is voorbereid en in overeenstemming is met de relevante wet- en regelgeving.