ECLI:NL:RBDHA:2023:6890
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag van Poolse nationaliteit
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 mei 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een Poolse nationaliteit geboren in 1985, had op 28 februari 2023 asiel aangevraagd in Nederland, omdat hij stelde dat het in Polen niet veilig voor hem was. Het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gedateerd op 10 april 2023, verklaarde de aanvraag niet-ontvankelijk. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op zitting behandeld, waarbij zowel de verzoeker als de verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de verzoeker geen belang meer had bij de gevraagde voorziening, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak NL23.11365. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt op 9 mei 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.