ECLI:NL:RBDHA:2023:689

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 januari 2023
Publicatiedatum
26 januari 2023
Zaaknummer
NL22.13734
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en proceskostenveroordeling na intrekking beroep

In deze zaak heeft verzoeker op 18 juli 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 20 november 2021 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 22 september 2022 de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd. Na deze beslissing heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder aan verzoeker tegemoet is gekomen door alsnog een besluit te nemen, waardoor het verzoek om proceskosten gegrond is verklaard.

De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De kosten zijn berekend voor rechtsbijstand verleend door een derde, waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt op de website van de rechtspraak.

Verzoeker heeft de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na de bekendmaking van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.13734

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. D. Aygur),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft op 18 juli 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag van 20 november 2021.
Bij besluit van 22 september 2022 heeft verweerder verzoekers asielaanvraag ingewilligd.
Verzoeker heeft het beroep ingetrokken en verzocht verweerder te veroordelen in de door hem gemaakte proceskosten.
Verweerder is niet ingegaan op het verzoek van de rechtbank om hierop te reageren.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
2. De rechtbank stelt vast dat verweerder aan verzoeker is tegemoetgekomen door hangende het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit alsnog een besluit te nemen. Het verzoek is kennelijk gegrond.
3. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Bpb voor een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 418,50 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837,- en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van mening dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten ter hoogte van € 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.