ECLI:NL:RBDHA:2023:6878
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Gunster
- J.J.P. Bosman
- F. Arichi
- Rechtspraak.nl
Vaststelling en terugvordering van PSI Plus-subsidie en subsidiabele kosten in bestuursrechtelijke context
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een organisatie uit Mauritius, en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de vaststelling van subsidiabele kosten en de terugvordering van te veel verstrekte voorschotten in het kader van de PSI Plus-subsidie. Eiseres had een subsidie van € 710.331,- ontvangen voor een project in de Democratische Republiek Congo, maar na een aantal besluiten van de minister werd de subsidie verlaagd en werd een bedrag van € 348.418,- aan voorschotten teruggevorderd. Eiseres was het niet eens met de vastgestelde subsidie en de hoogte van de terugvordering, en heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de minister de subsidiabele kosten voor hardware en technische assistentie correct heeft vastgesteld op basis van de definitieve facturen en het marktconformiteitsonderzoek van SGS. Eiseres had pro forma facturen ingediend die niet als bewijs voor de werkelijk gemaakte kosten konden dienen. De rechtbank oordeelde dat de minister terecht de pro forma facturen buiten beschouwing had gelaten en dat de vastgestelde subsidie van € 262.467,- juist was.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de terugvordering van de voorschotten, die in rechte vaststaat, niet onevenredig was. Eiseres had niet voldoende onderbouwd dat de nadelige gevolgen van de terugvordering onevenredig waren in verhouding tot de doelen die met de subsidie beoogd werden. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.