ECLI:NL:RBDHA:2023:6752

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
10 mei 2023
Zaaknummer
C/09/646436 / JE RK 23-811
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na voorlopige ondertoezichtstelling

Op 25 april 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige01]. Deze uitspraak volgde op verzoekschriften van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer en de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige01], die sinds oktober 2022 gesloten is geplaatst bij [verblijfplaats01]. De pleegouders hebben hun instemming met de plaatsing ingetrokken, omdat zij geen verbetering hebben gezien en er geen duidelijk plan is voor de toekomst van [minderjarige01].

De kinderrechter heeft op basis van de ingediende verzoekschriften en de verklaringen van betrokkenen geoordeeld dat het noodzakelijk is om [minderjarige01] voorlopig onder toezicht te stellen en haar op te nemen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De kinderrechter heeft daarbij overwogen dat de huidige plaatsing bij [verblijfplaats01] niet de veiligheid biedt die [minderjarige01] nodig heeft en dat er onvoldoende hulpverlening is opgestart. De kinderrechter heeft de verzoeken van de Raad toegewezen en de machtiging verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, waarbij de kinderrechter heeft benadrukt dat er op korte termijn een duidelijk plan moet worden gemaakt met alle betrokken partijen. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 9 mei 2023. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Kinderrechter
Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/646436 / JE RK 23-811 en C/09/645532 / JE RK 23-677
Datum uitspraak: 25 april 2023

Beschikking van de kinderrechter

Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp; niets meer te beslissenVoorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging
in de zaak naar aanleiding van het op 7 april 2023 ingekomen verzoekschrift van:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer (hierna te noemen: het college),
en
het op 25 april 2023 ingekomen verzoekschrift van:
de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden (hierna te noemen: de Raad),
betreffende:
- [minderjarige01] ,geboren op [geboortedatum01] 2010 te [geboorteplaats01] , Hongarije,
hierna te noemen: [minderjarige01] ,
advocaat: mr. N.F.M. van Osta, te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
ten aanzien van beide verzoekschriften:

[naam01] en [naam02] ,

hierna te noemen: de pleegouders met gezag,
wonende te [woonplaats01] ,
ten aanzien van het verzoekschrift van de Raad:

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

Het procesverloop

Op 24 april 2023 heeft mr. A.M.A. Keulen, kinderrechter in deze rechtbank mondeling (buiten kantooruren) beslist dat:
- [minderjarige01] van 24 april 2023 tot 25 april 2023, 17:00 uur voorlopig onder toezicht is gesteld van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden;
- dat Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden is gemachtigd [minderjarige01] voorlopig te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.3 van de Jeugdwet van 24 april 2023 tot 25 april 2023, 17:00 uur;
- de behandeling van het verzoek voor het overige werd aangehouden tot het verzoek, met nadere onderbouwing, schriftelijk bij de rechtbank was ingediend.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder thans ook:
- het verzoekschrift met bijlage(n) van het college;
- het verzoekschrift met bijlage(n) van de Raad;
- de instemmingsverklaring d.d. 24 april 2023 van een gedragswetenschapper als bedoeld in
artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren
heeft onderzocht.
Op 7 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij zijn verschenen:
- [naam03] namens het college;
- [naam04] namens de Raad;
- mevrouw [naam05] namens de gecertificeerde instelling;
- [minderjarige01] , bijgestaan door haar advocaat;
- de pleegouders;
- de begeleider, [naam06] .
[minderjarige01] is op 25 april 2023 tevens in raadkamer gehoord in het bijzijn van haar advocaat.

Feiten

- Bij beschikking d.d. 12 oktober 2018 van de meervoudige kamer in deze rechtbank is het ouderlijk gezag van [naam07]
en [naam08]
over [minderjarige01] beëindigd en is Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden benoemd tot voogdes over [minderjarige01] . Deze beslissing van de rechtbank is bekrachtigd door het gerechtshof Den Haag bij beschikking d.d. 29 mei 2019.
- Bij beschikking d.d. 17 mei 2021 van deze rechtbank is de voogdij over [minderjarige01] belegd bij de pleegvader en de pleegmoeder.
- [minderjarige01] verblijft feitelijk bij [verblijfplaats01] .
- Bij beschikking d.d. 23 januari 2023 heeft de kinderrechter een machtiging verleend om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven van 3 februari 2023 tot 1 mei 2023.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [minderjarige01] toe te voegen.

Verzoek en verweer

Het verzoek van het college met zaaknummer C/09/645532 / JE RK 23-677 strekt tot machtiging [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp.
Het verzoek van de Raad met zaaknummer C/09/646436 / JE RK 23-811 strekt tot ondertoezichtstelling van [minderjarige01] , met toepassing van artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek en tot machtiging [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Het college heeft naar voren gebracht dat dat er grote zorgen zijn ten aanzien van [minderjarige01] en er sprake is van veel onrust. Er kwam weinig informatie vanuit [verblijfplaats01] en het is van belang dat er naar een goede plek elders wordt gezocht. Het college zal haar verzoek intrekken indien het verzoek van de Raad wordt toegewezen.
De Raad heeft naar voren gebracht dat de pleegouders niet tevreden zijn over de plaatsing van Zafira bij [verblijfplaats01] en daarom geen toestemming meer verlenen, waardoor de verzochte maatregelen door de Raad nodig zijn om de plaatsing bij [verblijfplaats01] te kunnen continueren tot er een geschikte plek is gevonden, zodat haar veiligheid gewaarborgd blijft. Een van de doelen toen Zafira bij [verblijfplaats01] geplaatst werd was om hulpverlening op te starten en het is onduidelijk waarom dit nog onvoldoende van de grond is gekomen. De komende periode zal onderzoek gedaan moeten worden welke plek passend is voor [minderjarige01] zodat ze de hulp krijgt die ze nodig heeft. Vanwege de complexiteit vindt de Raad dat het voorstel van de advocaat tot bekorting van de termijn tot vier weken niet haalbaar is om gedegen onderzoek te kunnen doen.
De gecertificeerde instelling onderschrijft het verzoek van de Raad. Het streven is om zo snel mogelijk met alle partijen om tafel te gaan en een plan te maken voor de komende periode. De gecertificeerde instelling denkt niet dat daar op korte termijn een nieuwe zitting helpend voor is. Wegens de complexiteit zijn er twee jeugdbeschermers betrokken.
Door en namens [minderjarige01] is verweer gevoerd tegen de duur van de gesloten plaatsing. [minderjarige01] heeft aangegeven dat ze al anderhalve maand niet naar school gaat doordat het gesprek hiervoor telkens is uitgesteld. [minderjarige01] wil doorstromen naar een open groep en daarna terug naar de pleegouders of naar haar biologische moeder en vanaf haar zestiende doorstromen naar begeleid wonen. Indien [minderjarige01] gesloten moet blijven wil zij niet worden overgeplaatst naar [naam09] , omdat dat geen goede plek is voor haar.
De advocaat heeft naar voren gebracht dat er sprake is van een onveilige situatie waarin [minderjarige01] nu zit en dat de plaatsing bij [verblijfplaats01] meer beschadigend dan beschermend is voor [minderjarige01] . [minderjarige01] is sinds oktober 2022 gesloten geplaatst en sindsdien heeft er nog geen diagnostiek plaatsgevonden. Verder gaat [minderjarige01] al langere tijd niet naar school en heeft ze geen dagbesteding. [verblijfplaats01] is geen passende plek om de destructieve patronen te doorbreken. Het is van belang dat iemand de regie pakt en dat met alle partijen een duidelijk plan wordt gemaakt. Nu de pleegouders hun toestemming intrekken hoeft alleen nog beslist te worden op de verzoeken van de Raad. De advocaat verzoekt om die verzoeken in duur te bekorten zodat er over vier weken een nieuwe zitting komt om druk op de ketel te houden en te bespreken wat er nog nodig is.
Door en namens de pleegouders is verweer gevoerd tegen de gesloten plaatsing. De pleegouders hebben naar voren gebracht dat er verbetering door [verblijfplaats01] was beloofd, maar dat er niets is gebeurd. De pleegouders staan daarom niet langer achter de gesloten plaatsing bij [verblijfplaats01] . Het is van belang dat [minderjarige01] naar een passende plek gaat en de aandacht en hulpverlening krijgt die ze nodig heeft. Er wordt telkens veel gepraat en beloofd, maar er is nog steeds geen duidelijk plan en het is tijd dat er actie wordt ondernomen.

Beoordeling

Op grond van de informatie, zoals gebleken uit het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlagen en uit de verklaringen van de gehoorde personen, komt de kinderrechter tot het oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is dat [minderjarige01] , hangend een nader in te stellen onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht wordt gesteld. Voorts is de kinderrechter van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige01] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige01] zich aan de jeugdhulp die zij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat [minderjarige01] sinds oktober 2022 gesloten is geplaatst bij [verblijfplaats01] om haar veiligheid te waarborgen, omdat er ernstige zorgen waren over het wegloopgedrag, de emotieregulatieproblematiek, de seksuele contacten en het zelfbepalende gedrag van [minderjarige01] .
Gebleken is dat [verblijfplaats01] die veiligheid slechts ten dele kan bieden en dat de benodigde hulpverlening nog onvoldoende van de grond is gekomen en [minderjarige01] al langere tijd niet naar school gaat en geen dagbesteding heeft. De zorgen zijn hierdoor nog steeds aanwezig en de afgelopen periode is [minderjarige01] opnieuw weggelopen tijdens een verlofmoment waardoor het gesloten kader nog steeds noodzakelijk is om de veiligheid van [minderjarige01] te kunnen waarborgen. De pleegouders vinden [verblijfplaats01] echter geen passende plek voor [minderjarige01] waardoor zij niet langer achter de gesloten plaatsing staan en hun instemming hebben ingetrokken.
De kinderrechter zal de verzoeken van de Raad toewijzen, waarbij de kinderrechter erkent dat de zorgen van de pleegouders ten aanzien van de doelmatigheid van de plaatsing begrijpelijk zijn. Het is van belang dat er op korte termijn met alle betrokken partijen onder regie van de jeugdbeschermers een duidelijk plan wordt gemaakt en er een (meer) passende plek voor [minderjarige01] wordt gevonden waar zij de hulpverlening krijgt die ze nodig heeft. Gelet op de stappen die nog moeten worden gezet en nu ter zitting is gebleken dat partijen daadwerkelijk op korte termijn met elkaar om tafel zullen gaan zitten acht de kinderrechter de verzochte duur passend en geboden om gedegen onderzoek te kunnen doen en zal voorbij worden gegaan aan het verzoek van de advocaat van [minderjarige01] om de maatregelen in duur te bekorten.
De kinderrechter stelt vast dat nu het verzoek van de Raad zal worden toegewezen het college haar verzoek intrekt en dat er ten aanzien van dat verzoek niets meer te beslissen valt.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
Stelt [minderjarige01] van 25 april 2023 tot 24 juli 2023 voorlopig onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden;
en
verleent een machtiging [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet van 25 april 2023 tot 24 juli 2023;
stelt vast dat er ten aanzien van het verzoek van het college tot machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met zaaknummer C/09/645532 niets meer te beslissen valt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2023 door mr. J.C. van den Dries, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 9 mei 2023.
Voor zover deze uitspraak betrekking heeft op de machtiging tot uithuisplaatsing, kan hoger beroep worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.