In de uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 17 april 2023, in de zaak SGR 21/4167, is het beroep van eisers tegen de verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een dakterras ongegrond verklaard. De vergunninghouder had op 11 december 2020 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een daktoegang en een dakterras op het bestaande platte dak van zijn woning. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag verleende deze vergunning op 18 februari 2021. Eisers, buren van de vergunninghouder, waren het niet eens met deze beslissing en stelden beroep in tegen het bestreden besluit van 12 mei 2021, waarin hun bezwaar kennelijk ongegrond werd verklaard.
De rechtbank heeft de zaak op 6 maart 2023 behandeld. Tijdens de zitting waren de eisers, hun gemachtigde, de gemachtigde van de verweerder en de vergunninghouder aanwezig. De rechtbank overwoog dat de vergunninghouder de aanvraag had getoetst aan het bestemmingsplan 'Vruchten- en Heesterbuurt', dat op 4 januari 2011 onherroepelijk was geworden. De rechtbank constateerde dat het dakterras niet in strijd was met het bestemmingsplan, omdat de maximale bouwhoogte van 11 meter niet werd overschreden en er geen maximum aantal bouwlagen was aangegeven in het bestemmingsplan.
Eisers voerden aan dat de vergunning niet correct was gemotiveerd en dat het dakterras niet was toegestaan volgens het bestemmingsplan. De rechtbank verwierp deze argumenten en concludeerde dat de vergunninghouder recht had op de omgevingsvergunning. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.