ECLI:NL:RBDHA:2023:6624

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 mei 2023
Publicatiedatum
9 mei 2023
Zaaknummer
AWB 23/924
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsdocument

Op 9 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker, geboren op een onbekende datum en van Guinese nationaliteit, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een verzoek om afgifte van een verblijfsdocument EU/EER, dat eerder door de Staatssecretaris was afgewezen. Het primaire besluit tot afwijzing dateert van 7 oktober 2021. Na het indienen van bezwaar, heeft de Staatssecretaris op 31 januari 2023 het bezwaar ongegrond verklaard. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer AWB 23/923, en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er onverwijlde spoed vereist is. Echter, aangezien het beroep met zaaknummer AWB 23/923 ongegrond is verklaard, is er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L. Willems-Keekstra, in aanwezigheid van griffier R. de Boer, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Afdeling bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/924

uitspraak van de voorzieningenrechter van 9 mei 2023 in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
van Guinese nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. N.B. Swart)
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 7 oktober 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om afgifte van een verblijfsdocument EU/EER afgewezen.
Bij besluit van 31 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer AWB 23/923. Tevens heeft verzoeker de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij uitspraak van heden heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.

Overwegingen

1. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. Aangezien de rechtbank het beroep met zaaknummer AWB 23/923 ongegrond heeft verklaard, bestaat er geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
3. Het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening zal worden afgewezen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L. Willems-Keekstra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R. de Boer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift aan partijen verzonden op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.