ECLI:NL:RBDHA:2023:6523
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake verwijdering zeecontainer en kostenverhaal door de gemeente Den Haag
In deze bestuursrechtelijke zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De zaak betreft de verwijdering van een zeecontainer door de gemeente, die zonder vergunning op de openbare weg was geplaatst. De eiser, die zich als eigenaar van de container had gemeld, was in beroep gegaan tegen het besluit van de gemeente om de kosten van de verwijdering op hem te verhalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente de container had verwijderd op basis van een last onder bestuursdwang, omdat de eigenaar niet kon worden achterhaald. De eiser had in zijn bezwaar aangevoerd dat hij niet de eigenaar was, maar dat dit de verantwoordelijkheid was van een derde partij, Edsel Provence. De rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht de kosten op de eiser had verhaald, omdat hij zich als eigenaar had gepresenteerd en niet voldoende bewijs had geleverd dat hij niet de eigenaar was. De rechtbank concludeerde dat de gemeente bevoegd was om de kosten te verhalen en dat de kosten gematigd waren tot een bedrag van € 5.892,70. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en wees de verzoeken van de eiser af.