In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen het niet tijdig beslissen op een asielaanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door mr. N. Vollebergh, heeft beroep ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die als verweerder optreedt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat er sprake is van bijzondere omstandigheden. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit te nemen op de asielaanvraag. Indien verweerder deze termijn overschrijdt, verbeurt hij een dwangsom van € 100 per dag, met een maximum van € 7.500. Daarnaast heeft de rechtbank de proceskosten van eiser vastgesteld op € 418,50.
De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar de wettelijke kaders en de relevante bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak is gedaan zonder zitting, en de rechtbank heeft de zaak als lichtgewicht gekwalificeerd, aangezien het enkel gaat om de vraag of de beslistermijn is overschreden en/of een dwangsom is verbeurd. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten door middel van een verzetschrift binnen zes weken na verzending.