ECLI:NL:RBDHA:2023:6442

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
4 mei 2023
Zaaknummer
SGR 22/7070
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de Ziektewet-uitkering na beoordeling van medische en arbeidskundige geschiktheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 mei 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar Ziektewet (ZW)-uitkering door het UWV per 21 februari 2022. Eiseres, die voorheen werkzaam was als bloemenverzorger, had zich op 15 september 2020 ziekgemeld en ontving vanaf 12 oktober 2020 een ZW-uitkering. Het UWV besloot de uitkering te beëindigen op basis van de conclusie dat eiseres in staat was meer dan 65% van haar eerdere loon te verdienen. Eiseres was het niet eens met dit besluit en stelde dat haar mogelijkheden waren overschat en dat het arbeidsdeskundig onderzoek niet zorgvuldig was uitgevoerd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV zorgvuldig onderzoek heeft verricht. De verzekeringsarts B&B heeft het dossier en de bezwaren van eiseres grondig bestudeerd en heeft haar gesproken tijdens de hoorzitting. De rechtbank concludeert dat de medische belastbaarheid van eiseres overtuigend is gemotiveerd en dat er geen reden is om aan de bevindingen van de verzekeringsarts te twijfelen. De rechtbank oordeelt dat eiseres, rekening houdend met de vastgestelde beperkingen, in staat moet worden geacht om arbeid te verrichten.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de beëindiging van de ZW-uitkering door het UWV terecht was. Eiseres krijgt geen gelijk en de door haar gemaakte proceskosten worden niet vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/7070

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. R.M. Noorlander),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: mr. B.M. de Wolff).

Inleiding

Het UWV heeft de uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) van eiseres per 21 februari 2022 beëindigd, omdat eiseres meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.
In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 26 september 2022.
Met (stilzwijgende) toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres is voor het laatst werkzaam geweest als bloemen verzorger voor 23,50 uur per week. Op 15 september 2020 heeft eiseres zich ziekgemeld. Zij is ziek uit dienst getreden en het UWV heeft eiseres vervolgens per 12 oktober 2020 een uitkering op grond van de Ziektewet toegekend. Eiseres is vanwege een medisch onderzoek in verband met de Eerstejaars Ziektewetbeoordeling (EZWb) opgeroepen voor een spreekuur.
2. Na medisch en arbeidsdeskundig onderzoek heeft het UWV de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt het UWV

3. Het UWV vindt dat eiseres meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd en heeft daarom besloten om de ZW-uitkering met ingang van 21 februari 2022 te beëindigen.
4. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B) van 31 augustus 2022
.De medische belastbaarheid van eiseres is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 22 december 2021.
5. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van 9 september 2022.

Wat vindt eiseres

6. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij stelt dat de verzekeringsarts haar mogelijkheden heeft overschat en dat de FML niet overeenkomt met hetgeen zij werkelijk kan. Voorts stelt eiseres dat het arbeidsdeskundig onderzoek niet juist, dan wel onzorgvuldig is verricht. Eiseres is niet in staat de geselecteerde functies uit te voeren.

Wat vindt de rechtbank

7. De vraag is of het UWV de ZW-uitkering van eiseres terecht per 21 februari 2022 heeft beëindigd, omdat eiseres meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht.
8. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres meer kan verdienen dan 65% van het loon dat zij verdiende voor zij ziek werd, en daarom per 21 februari 2022 geen recht heeft op een ZW-uitkering. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
Het onderzoek
9. De rechtbank is van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennis genomen van het dossier en het bezwaar van eiseres. Hij heeft eiseres gesproken tijdens de hoorzitting en aansluitend onderzocht. Ook heeft hij informatie opgevraagd bij de behandelend orthopeed en psychiater van eiseres, deze informatie heeft hij meegewogen in zijn beoordeling. De rechtbank vindt ook dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldige en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten heeft betrokken bij de medische beoordeling. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiseres heeft gemist.
De beoordeling van de belastbaarheid
10. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd.
11. De verzekeringsarts B&B volgt het oordeel van de verzekeringsarts. De verzekeringsarts is in het rapport ingegaan op zowel de psychische als de fysieke ziekten. De bevindingen liggen volgens de verzekeringsarts B&B in lijn met het onderzoek in bezwaar. Hij ziet geen aanleiding om het primaire onderzoek als onvoldoende te bestempelen, de rapportage vertoont geen lacunes. Verder stelt hij dat zowel de aspecifieke rugklachten, welke specialistisch worden bevestigd, als de PTSS worden genoemd. De primaire scoliose bevinding met verergering wordt niet specialistisch bevestigd. De PTSS wordt specialistisch bevestigd alsmede de depressieve stoornis welke al gedeeltelijk in remissie is. Verder stelt de verzekeringsarts B&B dat de FML passende psychische beperkingen omvat in hoofdstuk 1 en 2 alsmede passende beperkingen in hoofdstuk 3-5. Er is volgens hem geen aanleiding voor een urenbeperking op basis van beschikbaarheid of preventief. Niet ’s nachts werken en op regelmatige tijden is volgens hem passend te noemen gezien de depressieve stoornis die gedeeltelijk al in remissie is. De rechtbank kan dit volgen. Omdat eiseres haar standpunt niet met medische informatie heeft onderbouwd, ziet de rechtbank verder ook geen aanleiding om te twijfelen aan de medische belastbaarheid van eiseres zoals de verzekeringsarts B&B die heeft vastgesteld.
12. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft vastgesteld.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
13. Uitgaande van de juistheid van de medische beperkingen die bij eiseres zijn vastgesteld, ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken. Eiseres stelt dat het arbeidskundige onderzoek niet juist is, dan wel onzorgvuldig. Zij onderbouwt dit standpunt niet. De rechtbank is ook niet gebleken dat het arbeidskundig onderzoek onjuist of onzorgvuldig is.
14. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres met de middelste van de drie voor de schatting gebruikte functies 100% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.

Conclusie en gevolgen

15. Het UWV heeft terecht besloten om per 21 februari 2022 de ZW-uitkering van eiseres te beëindigen, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.
16. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 4 mei 2023 door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. J.G.M. Koning, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.