Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Marokkaanse nationaliteit hebbende, had beroep ingesteld tegen het besluit van 13 april 2023, waarin de maatregel van bewaring was opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet. Eiser stelde dat de maatregel onrechtmatig was, omdat er geen rechtsgeldig terugkeerbesluit was dat de maatregel kon onderbouwen. De rechtbank heeft de zaak op 26 april 2023 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank overwoog dat uit eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat een terugkeerbesluit moet aangeven naar welk land de vreemdeling moet terugkeren. In dit geval was er geen specifiek land van terugkeer vermeld in de beschikking waarop de maatregel was gebaseerd. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring op een onjuiste grondslag was gebaseerd, waardoor het beroep gegrond werd verklaard. De rechtbank heeft de opheffing van de maatregel van bewaring bevolen met ingang van 28 april 2023 en heeft eiser een schadevergoeding toegekend voor de onrechtmatige vrijheidsontneming van 16 dagen, ter hoogte van € 1.600.
Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.674. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.