In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die de Tunesische nationaliteit heeft, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 14 april 2023, waarin de maatregel van bewaring werd opgelegd op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet. De rechtbank heeft de zaak op 26 april 2023 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring noodzakelijk is voor het vaststellen van de identiteit en nationaliteit van eiser, en voor het verkrijgen van gegevens die nodig zijn voor de beoordeling van zijn asielaanvraag. Eiser heeft de gronden van de maatregel betwist, maar de rechtbank oordeelt dat de zware gronden, waaronder het onttrekken aan toezicht en het niet meewerken aan het vaststellen van zijn identiteit, feitelijk juist zijn. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd is, omdat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken.
De rechtbank wijst het beroep ongegrond en het verzoek om schadevergoeding af. Tevens wordt er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.