In deze zaak heeft eiseres, mede namens haar minderjarige kinderen, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op hun aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij haar echtgenoot. De aanvraag is op 15 juli 2022 ingediend, maar de staatssecretaris heeft niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van 90 dagen een besluit genomen. Eiseres heeft op 23 februari 2023 beroep ingesteld, nadat de staatssecretaris in gebreke was gesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat er geen besluit is genomen binnen de gestelde termijn.
De rechtbank heeft eiseres vrijgesteld van het betalen van griffierecht vanwege betalingsonmacht. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat de staatssecretaris binnen acht weken na de uitspraak een besluit moet nemen op de aanvraag. Indien deze termijn wordt overschreden, verbeurt de staatssecretaris een dwangsom van €100,- per dag, met een maximum van €7.500,-. Daarnaast is de staatssecretaris een bestuurlijke dwangsom van €1.442,- verschuldigd, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken zonder besluit. De proceskosten van eiseres zijn vastgesteld op €418,50, die door de staatssecretaris moeten worden vergoed.
De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.