In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 28 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep ingesteld door eisers tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eisers hebben op 27 februari 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun aanvraag van 4 juli 2022 voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij referent Khaled Bayoush. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb. De staatssecretaris heeft de beslistermijn van 90 dagen met drie maanden verlengd, maar tot op heden is er geen besluit genomen. Hierdoor is het beroep kennelijk gegrond. De rechtbank vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit en bepaalt dat de staatssecretaris binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens wordt er een dwangsom van €100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van €7.500,-. De rechtbank veroordeelt de staatssecretaris ook in de proceskosten van eisers tot een bedrag van €627,75 en moet het griffierecht van €736,- vergoeden.