ECLI:NL:RBDHA:2023:6324

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
2 mei 2023
Zaaknummer
C/09/623001 / HA ZA 22-10
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake collectieve actie van Stichting BREIN tegen gedaagde over IPTV-pakketten en opt-out regeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 mei 2023 een tussenvonnis gewezen in een collectieve actie van Stichting BREIN tegen een gedaagde die IPTV-pakketten aanbiedt. De rechtbank heeft zich in dit vonnis gericht op de voorschriften voor collectieve vorderingen zoals vastgelegd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank heeft vastgesteld dat de nauw omschreven groep personen wiens belangen door BREIN worden behartigd, bestaat uit alle rechthebbenden op de entertainmentcontent van de IPTV-pakketten die via de domeinen iptv-4k.co en uw8k.cc of de winkel van de gedaagde beschikbaar zijn gemaakt.

Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat voor rechthebbenden die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben, het opt-out regime van toepassing is. Dit betekent dat deze rechthebbenden niet actief hoeven in te stemmen met de vertegenwoordiging door BREIN, maar zich kunnen afmelden als zij dat wensen. De rechtbank heeft BREIN opgedragen om een mededeling te plaatsen in het centraal register voor collectieve vorderingen, in haar nieuwsbrief en op haar website, om de betrokken rechthebbenden te informeren over hun rechten en de mogelijkheid om zich af te melden.

Verder heeft de rechtbank bepaald dat een advertentie in een landelijk dagblad noodzakelijk is om de bekendmaking van de collectieve actie te waarborgen. De rechtbank heeft de tekst van deze advertentie goedgekeurd, waarin wordt uitgelegd dat de collectieve actie betrekking heeft op de verkoop van IPTV-pakketten en dat rechthebbenden de mogelijkheid hebben om zich af te melden. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 26 juli 2023 voor vonnis.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/623001 / HA ZA 22-10
Vonnis van 3 mei 2023
in de zaak van
STICHTING BREIN, te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
tegen
[gedaagde], te [plaats],
(thans) handelende onder de naam
[bedrijf],
gedaagde,
thans zonder advocaat.
Partijen zullen hierna BREIN en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 10 augustus 2022 en de daarin genoemde stukken;
  • de onttrekking van mr. A.W. van Rijn op 2 februari 2023;
  • de akte niet-dienen van 1 maart 2023;
  • de akte na tussenvonnis van 10 augustus 2022 aan de zijde van BREIN van 15 februari 2023.
1.2.
Vervolgens is een datum voor dit vonnis bepaald. Het vonnis heeft alleen betrekking op de voorschriften voor collectieve vorderingen als bedoeld in artikel 1018c Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) tot en met 1018g Rv.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Naar aanleiding van het tussenvonnis van 10 augustus 2022 heeft BREIN zich bij akte van 15 februari 2023 op een aantal punten uitgelaten, die hierna zullen worden besproken.
Nauw omschreven groep (artikel 1018e Rv)
2.2.
Volgens BREIN behoren tot de nauw omschreven groep personen wier belangen zij in deze collectieve procedure behartigt “alle rechthebbenden op de entertainmentcontent van de IPTV-pakketten die via de domeinen iptv-4k.co en uw8k.cc of de winkel van gedaagde beschikbaar zijn gemaakt”. De rechtbank neemt deze omschrijving over.
Opt-out regime voor buitenlandse rechthebbenden (artikel 1018f lid 5 Rv)
2.3.
BREIN heeft in haar akte verzocht te bepalen dat voor rechthebbenden die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben niet het opt-in regime geldt, maar het opt-out regime van artikel 1018f lid 1 Rv. Hiertoe heeft BREIN naar voren gebracht dat een zeer groot aantal bij BREIN aangesloten rechthebbenden, die haar ook financieel ondersteunen, in het buitenland gevestigd zijn. Deze individuele rechthebbenden zijn niet bereid om voor iedere WAMCA procedure, die gericht is op collectieve handhaving en waarbij hun individuele belangen minder groot zijn, een opt-in brief te sturen naar de rechtbank. De Motion Pictures Association (MPA) - via welke organisatie een groot aantal grote Amerikaanse rechthebbenden bij BREIN aangesloten zijn - heeft al aan BREIN laten weten dat zij geen opt-in brieven aan Nederlandse rechtbanken zal sturen. Een opt-in regime zal dus betekenen dat BREIN de belangen van deze buitenlandse partijen niet langer kan vertegenwoordigen, terwijl deze partijen daarvoor wel betaald hebben en nimmer bezwaar hebben gemaakt tegen de door BREIN gevoerde procedures.
2.4.
De rechtbank acht deze motivering toereikend om te bepalen dat voor rechthebbenden die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben het opt-out regime als bedoeld in artikel 1018f lid 1 Rv van toepassing is.
Aanschrijving van bekende personen (artikel 1018f lid 3 Rv)
2.5.
BREIN is in haar akte ingegaan op de wijze waarop aan ‘bekende personen’ mededeling wordt gedaan als bedoeld in artikel 1018f lid 3 Rv. Volgens BREIN zijn veel rechthebbenden niet direct bij haar bekend, omdat personen bij BREIN zijn aangesloten via een belangenvereniging of een collectieve beheersorganisatie. De bekende personen zijn diegenen die de nieuwsbrief van BREIN per e-mail ontvangen. BREIN stelt voor om de mededeling (in de Nederlandse en Engelse taal) in de nieuwsbrief op te nemen en op haar website www.stichtingbrein.nl/wamca te plaatsen. De rechtbank stemt hiermee in. De tekst van die mededeling wordt hierna bepaald.
Tekst van de mededeling
2.6.
De rechtbank heeft onder 4.17 van het tussenvonnis een tekstvoorstel gedaan voor plaatsing in het centraal register voor collectieve vorderingen. BREIN heeft in haar akte een aangepaste tekst voorgesteld, die iets meer informatie bevat, omdat BREIN meerdere procedures voert over IPTV-pakketten. De rechtbank kan met dit tekstvoorstel instemmen. Dit betekent dat de tekst als volgt komt te luiden:
Collectieve actie tegen aanbieder van IPTV-pakketten via fysieke winkel en
de domeinen iptv-4k.co en uw8k.cc
Stichting BREIN voert bij de rechtbank Den Haag een procedure tegen X over de beweerdelijke verkoop van IPTV-pakketten via zijn fysieke winkel en de websites iptv-4k.co en uw8k.cc. Dit heet een “collectieve actie”. BREIN is door de rechtbank aangewezen als exclusieve belangenbehartiger. De volledige dagvaarding leest uhier.
Niet meedoen?
Als u behoort tot de groep personen wiens belangen Stichting BREIN behartigt en u vindt het goed dat deze stichting ook optreedt tegen inbreuken op uw rechten, dan hoeft u niets te doen. Als u dat niet wilt (bijvoorbeeld als u hierover zelf een procedure wil voeren of als u akkoord bent dat uw werken zonder toestemming openbaar worden gemaakt), dan kunt u dat aan de rechtbank kenbaar maken. U bent dan niet gebonden aan de uitspraak, maar u kunt er ook geen rechten aan ontlenen. In het geval dat de inbreuken op uw rechten doorgaan, dan zult u daartegen dus zelf actie moeten ondernemen.
U kunt dit kenbaar maken aan de rechtbank door uiterlijk 3 juli 2023 een brief te sturen aan de rechtbank Den Haag, Team Handel, Postbus 20302, 2500 EH, Den Haag. U kunt daarvoor de volgende tekst gebruiken: “Ik wil niet dat in de collectieve actie van Stichting BREIN (zaak/rolnummer C/09/623001 HA ZA 22-10) ook mijn belangen worden behartigd”.
Bovenstaand bericht is geplaatst op grond van het vonnis van de rechtbank Den Haag, van 3 mei 2023.”
2.7.
De rechtbank zat bepalen dat BREIN deze mededeling/aankondiging i) zal plaatsen in het centraal register voor collectieve vorderingen, ii) zal opnemen in haar nieuwsbrief en iii) zal plaatsen op haar website www.stichtingbrein.nl/wamca.
Advertentie in landelijk dagblad
2.8.
De rechtbank heeft onder 4.16 van het tussenvonnis een tekstvoorstel gedaan voor een advertentie in een landelijk dagblad.
2.9.
BREIN heeft in haar akte primair verzocht te bepalen dat geen advertentie in een landelijk dagblad nodig is, omdat BREIN meent dat zij via de andere vormen van bekendmaking al heeft voldaan aan haar publicatieverplichtingen en de kans dat zij via de advertentie meer rechthebbenden bereikt gering is. Subsidiair heeft BREIN een tekstvoorstel gedaan voor een advertentie in Het Parool.
2.10.
De rechtbank acht plaatsing van een advertentie in een nieuwsblad noodzakelijk, nu artikel 1018f lid 3 Rv dat voorschrijft en - anders dan bij de aanschrijving per brief van bekende personen - niet is bepaald dat de rechter van dit voorschrift kan afwijken.
2.11.
BREIN heeft de door de rechtbank voorgestelde advertentietekst iets aangepast, om duidelijker te maken dat het gaat om IPTV-pakketten waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten en naburige rechten. De rechtbank kan daarmee instemmen, met dien verstande dat een verwijzing wordt toegevoegd naar de website van BREIN. Dit betekent dat de advertentie als volgt komt te luiden:
“Collectieve actie van Stichting BREIN tegen X over de verkoop van IPTV-pakketten via een fysieke winkel en de domeinen iptv-4k.co en uw8k.cc
Stichting BREIN voert bij de rechtbank Den Haag een procedure tegen X over de beweerdelijke verkoop van illegale IPTV-pakketten via zijn fysieke winkel en de websites iptv-4k.co en uw8k.cc waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten en naburige rechten. Voor meer informatie zie www.stichtingbrein.nl/wamca.
Wilt u niet dat uw belangen in deze procedure worden behartigd (bijvoorbeeld als u hierover zelf een procedure wil voeren of als u akkoord bent dat uw werken zonder toestemming openbaar worden gemaakt), stuur dan een bericht aan de rechtbank Den Haag, team Handel, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Vermeld daarin dat uw verzoek betrekking heeft op zaak/rolnummer C/09/52300/ HA ZA 22-10. U kunt dit doen tot en met 3 juli 2023.”
Termijn voor het beproeven van een minnelijke regeling of het aanvullen van de gronden van de vordering? (artikel 1018g Rv)
2.12.
BREIN heeft blijkens haar akte geen behoefte aan het bepalen van een termijn voor een minnelijke regeling en voor het aanvullen van de gronden van de vordering.
2.13.
De zaak zal worden verwezen naar de rolzitting van 26 juli 2023 voor vonnis.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat tot de nauw omschreven groep personen wier belangen in deze collectieve vordering door BREIN worden behartigd behoren alle rechthebbenden op de entertainmentcontent van de IPTV-pakketten die via de domeinen iptv-4k.co en uw8k.cc of de winkel van gedaagde beschikbaar zijn gemaakt;
3.2.
bepaalt dat voor rechthebbenden die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben het opt-out regime als bedoeld in artikel 1018f lid 1 Rv van toepassing is;
3.3.
draagt BREIN op om de onder 2.6 bedoelde mededeling uiterlijk 17 mei 2023:
- te plaatsen in het centraal register voor collectieve vorderingen;
- in haar nieuwsbrief op te nemen in de Nederlandse en Engelse taal;
- op haar website www.stichtingbrein.nl/wamca te plaatsen in de Nederlandse en Engelse taal;
3.4.
draagt BREIN op om de onder 2.11 bedoelde tekst uiterlijk 17 mei 2023 te laten publiceren in Het Parool;
3.5.
draagt de griffier op om van dit tussenvonnis aantekening te maken in het centraal register voor collectieve vorderingen;
3.6.
verwijst de zaak naar de rolzitting van 26 juli 2023 voor vonnis;
3.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 1554