Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
1 maart 2023.
6 februari 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:468). De rechtbank ziet in hetgeen eiser heeft aangevoerd geen aanleiding voor een ander oordeel. Het voorgaande brengt met zich mee dat verweerder er in beginsel op mag vertrouwen dat Slovenië zijn internationale verplichtingen tegenover eiser zal nakomen. Het door eiser aangehaalde AIDA-rapport van 2021 maakt dit niet anders. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat het voor hem onmogelijk is om in Slovenië te kunnen communiceren met de autoriteiten. Eiser heeft bovendien niet aannemelijk gemaakt dat hij over bijvoorbeeld het gebrek aan rechtshulp in Slovenië heeft geklaagd, of dat de autoriteiten hem niet kunnen of willen helpen. Ook is de rechtbank niet gebleken dat klagen bij voorbaat zinloos is. Ten aanzien van eisers stelling dat verweerder actief had moeten onderzoeken wat de precieze stand van zaken is met betrekking tot eisers asielaanvraag, oordeelt de rechtbank dat verweerder in het bestreden besluit reeds heeft gemotiveerd dat Slovenië het claimakkoord heeft gebaseerd op artikel 18, eerste lid, onder b, van de Dublinverordening. Dit artikel ziet op de situatie dat een asielverzoek nog in behandeling is. Met het claimakkoord heeft Slovenië gegarandeerd eisers asielverzoek (verder) in behandeling te nemen. De beroepsgronden slagen niet.