Op 20 maart 2023 heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 9 februari 2022. De rechtbank Den Haag heeft op 26 april 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer NL23.8339. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, waaronder achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank heeft verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, opgedragen om binnen zestien weken na de verzending van de uitspraak een besluit te nemen. Tevens is er een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 100 per dag, met een maximum van € 7.500, voor elke dag dat de termijn wordt overschreden. Daarnaast zijn de proceskosten van eiser vastgesteld op € 418,50.
De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar de relevante wetgeving en de noodzaak om zowel het belang van de eiser als dat van de verweerder in acht te nemen. De uitspraak is gedaan zonder zitting en is openbaar gemaakt. Eiser is bijgestaan door mr. B.W.M. Toemen, die als gemachtigde optreedt. De rechtbank heeft de uitspraak geanonimiseerd gepubliceerd en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met de uitspraak.