ECLI:NL:RBDHA:2023:6267

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
2 mei 2023
Zaaknummer
NL23.3249
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag na inwilligend besluit

Op 26 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had op 2 februari 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 19 augustus 2021 was ingediend. De staatssecretaris heeft echter op 30 maart 2023 een inwilligend besluit genomen op de asielaanvraag van de eiser. Hierdoor was de rechtbank van oordeel dat de eiser met zijn beroep niet in een betere positie kon komen te verkeren, aangezien zijn aanvraag inmiddels was ingewilligd.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank concludeerde dat er geen belang meer was bij de beoordeling van het beroep, omdat de aanvraag van de eiser was ingewilligd. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens was er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat het beroep prematuur was ingesteld. De wettelijke beslistermijn was op het moment van de ingebrekestelling van de staatssecretaris nog niet verstreken, gezien het besluitmoratorium voor Afghaanse vreemdelingen.

De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. N.M.L. van der Kammen, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. De eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.3249

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. P.L.M. Stieger),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 2 februari 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 19 augustus 2021.
Verweerder heeft op 30 maart 2023 een inwilligend besluit genomen op de asielaanvraag.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Nu de aanvraag van eiser is ingewilligd, kan eiser met het beroep niet in een betere positie komen te verkeren. Niet is gebleken dat eiser nog enig belang heeft bij de beoordeling ervan.
2. Het beroep zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard.
3. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat het beroep prematuur is ingesteld. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 19 augustus 2021 ingediend. Daarbij heeft hij gesteld de Afghaanse nationaliteit te bezitten. Op grond van het op 26 augustus 2021 in werking getreden besluitmoratorium [2] is in het geval van Afghaanse vreemdelingen de termijn van zes maanden om te beslissen op een asielaanvraag verlengd met één jaar. De wettelijke beslistermijn was op het moment van de ingebrekestelling van verweerder dus nog niet verstreken.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.
2.Staatscourant 2021, 39300.