ECLI:NL:RBDHA:2023:6265
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft eiser op 13 maart 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 8 augustus 2022 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft op 31 maart 2023 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eiser heeft desondanks aangegeven dat hij nog procesbelang ziet in het verzoek om verweerder te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat, nu de aanvraag van eiser is ingewilligd, hij met het beroep niet in een betere positie kan komen. Eiser heeft geen belang meer bij de beoordeling van het beroep, en het verzoek om proceskostenveroordeling biedt geen grond voor een ander oordeel. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De termijn voor het beslissen op de asielaanvraag was verlengd, waardoor de ingebrekestelling van verweerder niet prematuur was.
De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.