Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 april 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling met de Indiase nationaliteit. De eiser, die in Nederland verblijft zonder geldige verblijfstitel, heeft tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 21 maart 2023, hield in dat de maatregel van bewaring werd opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000, met het oog op een overdracht naar Oostenrijk. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 3 april 2023, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring rechtmatig was, omdat er een concreet aanknopingspunt bestond voor de overdracht en er een significant risico was dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris voldoende voortvarend had gehandeld in de voorbereiding van de overdracht naar Oostenrijk, en dat er geen verplichting bestond om ook een vrijwillig vertrek naar India te faciliteren. De beroepsgronden van de eiser werden verworpen, en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 5 april 2023.