Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 40, ingekomen ter griffie op 19 december 2022;
- het verweerschrift tevens houdende voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met producties 1 tot en met 100, ingekomen ter griffie op 2 maart 2023;
- de brief met nadere productie 41.1 en 41.2 van de zijde van [verzoeker01] , ingekomen ter griffie op 9 maart 2023;
- de brief met nadere productie 101 van de zijde van FIOD, ingekomen ter griffie op 7 maart 2023.
2.De feiten
Na (…), kunnen we eindelijk een aanvang gaan maken met een poging tot herstel van het TSO. Zoals reeds meerdere malen gemeld, vangen we de reparatieslag aan met persoonlijke gesprekken. Die gesprekken zullen in beginsel op individuele basis plaats vinden met [naam02] . [naam02] werkt als externe adviseur al vele jaren samen met teams zoals DSI, de respectievelijke AT’s en de infiltratieteams. Hij kent de dynamiek binnen dergelijke specialistische teams dus zeer goed. Na de individuele gesprekken zal er een plenaire terugkoppeling (zonder namen en rugnummers) voor de groep komen, waarin de groepsdynamiek in de ruimste zin des woords aan bod zal komen.Deelname aan het programma is voor alle onderdelen verplicht.(…)”
Casus
Er ligt momenteel best wel wat werk, divers van aard. Het navolgende is door mij met het MT afgesproken en die afspraken maak ik nu met jullie:
- Gezien onze dienstverlening aan diverse keten partners, is helemaal niet werken ondanks de verstoorde verhoudingen geen optie
- Wij focussen ons voor nu alleen op de werkzaamheden voor komende week (9 tot en met 13 november 2020)
- De komende week doen wij klussen van niet al te ingewikkelde aard (verwijderen of plaatsen bakens etc)
- Klussen van (meer) ingewikkelde aard worden tot nader order uitgesteld (OVC etc). Als uitstel echt niet kan, zullen deze werkzaamheden in samenwerking met een ander PLT of helemaal door een ander PLT verzorgd worden. Eén en ander uitsluitend na overleg met mij.
- [naam05] maakt een overzicht van de klussen die we komende week kunnen en moeten oppakken en bespreekt die alvorens van start te gaan met mij.
- De opdracht is dat een ieder evenredig ingedeeld wordt voor de werkzaamheden, zodat niemand in uren en daarmee in financiën geraakt wordt. Niet ingedeeld worden of niet mee mogen op klus is geen optie.
- Aan de andere kant is het niet deelnemen aan opgedragen werkzaamheden (met of zonder afmelding) ook zeer zeker geen optie.
- Een ieder houdt zich aan de gemaakte afspraken. Dat geldt voor de afspraken met mij, met de commandanten en onderling.
- Het varen van een eigen koers wordt niet gewaardeerd.
- Het schenden of niet nakomen van afspraken in welke vorm dan ook, kan of zal -afhankelijk van de ernst-arbeidsrechtelijke consequenties hebben.
- De cultuur binnen het team is er een van praten over- en niet van praten met elkaar. Dit heeft geleid tot het ontstaan van subgroepen en het ontwikkelen van gevoelens van onveiligheid binnen het team.
Met de komst van R. maken wij een aanvang met het herstel van ons team. Maandag daarover meer. Gedurende dat herstel zal het werk leidend zijn. dat betekent dat een ieder vanuit zijn eigen specifieke rol en positie -kennis, kunde en vaardigheden- zal kunnen en moeten laten zien. Daarbij ligt de focus primair op onszelf als individuele medewerker binnen het team en niet op het eventuele beoogde gewenste vertrek van één of meer andere teamleden. Met andere woorden spelen houding en (ongewenst) gedrag -naast kennis en vaardigheden- hierbij ook een belangrijke rol.”
Hieronder bevindt zich een rapportage van mijn bijstandsverlening aan de FIOD, gedurende de periode 1-12-2020 t/m 31-7-2021. Vanuit mijn rol als [rol01] heb ik in deze periode met mijn expertise binnen het vakgebied vanuit een geheel objectieve rol de performance van het TSO kunnen aanschouwen en daar waar nodig bij kunnen stellen, dan wel het doen van een poging daartoe. (…)
Transparantie: Ondanks het feit dat meer en beter zicht werd verkregen op de wijze waarop het TSO zijn werk uitvoerde, bleef toch nog een hoop afgesloten voor de rest van de organisatie. Ruime tijd later werden, onder andere via de groepsleider TSO, meldingen gedaan waaruit bleek dat het TSO tijdens de uitvoeringen van operaties zijn overlopen en zijn achtervolgd door ‘de tegenpartij’. Het spreekt voor zich wat het (als team zijnde) ‘onder de pet houden’ van dergelijke incidenten doet i.r.t. het afbreukrisico binnen opsporingsonderzoeken en betrouwbaarheid naar de rest van de organisatie.
Proefplaatsingen: na verloop van tijd onderkenden we dat een (te groot) deel van een door het TSO geplaatst technisch middel niet (volledig) te functioneren. Het gevolg was dat men nadien vaak terug moest voor herstelwerkzaamheden. Dit kostte enorme extra inzetcapaciteit en deed afbreuk aan het betreffende opsporingsonderzoek omdat een hotspot onnodig vaak moest worden betreden. Na analyses van en doorvragen op dergelijke plaatsingen bleek dat het niveau van de voorbereidingen hiervan, de proefplaatsingen, ernstig tekort schoot. Hulp hierbij, onder andere door ondersteuning van het STO, was meer dan gewenst.
Over elkaar versus met elkaar spreken: Daar waar in het begin van de ‘herstelperiode’ veel is ingezet op de onderlinge communicatie, en hier bij aanvang significant verbetering en rust in plaatsvond, verslechterde dit na verloop van tijd. (…)
Onlangs heeft een aantal van jullie aangegeven, dat een individueel opgegeven aantal verschuivingsuren niet zou zijn uitbetaald. Conform de afspraak heb ik dit nagevraagd.
Naar aanleiding van de ontstane situatie het volgende.
- De komende week, 25 t/m 29 oktober 2021 zullen er geen operationele inzetten zijn door TSO en blijft een ieder thuis.
- Aangevraagd verlof welke is gehonoreerd blijft gewoon staan en de diensten waar men ingeroosterd is om te werken blijft men thuis.
- Komende week zullen we aangeven wat we verder gaan doen om uit deze impasse te komen en tot een passende oplossing proberen te komen. (…)”
Update’ aan het TSO verstuurd:
“Uit de overgelegde stukken en uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken komt naar voren dat er geen sprake is van onbegrensd vertrouwen van de leden van het TSO-Team in de leidinggevenden. Naar het oordeel van de kantonrechter staat dat aan toewijzing van de vordering tot tewerkstelling in de weg. De werkzaamheden van het TSO-Team zijn zo risicovol en kunnen voor de leden van het TSO-Team zulke dramatische consequenties hebben dat er geen sprake mag en kan zijn van enige ruis tussen de leden van het TSO-Team onderling en ook geen enkele ruis tussen het TSO-Team en de leidinggevenden. Omdat er wel sprake is van ruis tussen het TSO-Team en de leidinggevenden is de kantonrechter van oordeel dat het niet verantwoord is, juist in het belang van de veiligheid van het TSO-Team zelf, om de vordering tot wedertewerkstelling toe te wijzen.
informeren”. In deze brief heeft de FIOD elk lid van het TSO geïnformeerd over de mogelijkheden die zij biedt om tot een oplossing van het geschil te komen en over de stappen die in de periode daarvoor zijn genomen en in de periode daarna zullen worden genomen om de basis binnen de teams O&T en TBB verder op orde te brengen. In de brief worden verder drie sporen benoemd die de FIOD ziet om tot een oplossing te komen: mediation, begeleiding naar ander werk en de mogelijkheid tot het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. In de brief aan [verzoeker01] wordt verder het volgende vermeld:
informeren”. In deze brief heeft de FIOD kenbaar gemaakt dat zij de insteek had en heeft om tot een passende oplossing te komen. In de brief wordt onder meer het volgende gezegd:
- Twee plekken bij de Dienst Landelijke Recherche/PLT. Dit gaat om een tijdelijke functie als plaatser. Je zult in verschillende secties van de DLR worden ondergebracht en je draait van meet af aan full swing mee in deze secties, waarbij rekening wordt gehouden met het feit dat je ruim een jaar niet hebt gewerkt in deze discipline. (…) Na afloop van de detachering zal bezien worden wat de passende vervolgstap is: verlenging van de detachering of terug naar de FIOD in een passende functie. Vooropgesteld staat dat het dienstverband bij de FIOD in stand blijft.
- Douane Rotterdam Haven
FIOD TBB
Mijn cliënten hebben in afgelopen jaar, niet alleen door de duur van de non-actiefstelling, maar zeker ook door de (passieve) houding van de FIOD alle vertrouwen in de FIOD verloren. Het feit dat [naam13] nu, enkele weken na de aankondiging dat een verzoekschriftprocedure gestart gaat worden (…) ineens komt met mogelijke andere functies is mosterd na de maaltijd, nog afgezien van het feit dat het hier (i) om niet passende functies gaat waarvoor vervolgens (ii) weer verkennende gesprekken gevoerd moeten worden. Gelet op het reeds ingediende verzoekschrift en het volledige gebrek aan vertrouwen in de FIOD zien mijn cliënten geen aanleiding om naar aanleiding van de brief (…) met de FIOD in gesprek te gaan.”
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling van het verzoek van [verzoeker01]
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). De kantonrechter oordeelt hierover als volgt.
er een meer dan dodelijke cocktail is ontstaan, die in de huidige vorm en dynamiek niet kan voortbestaan’ en dat een punt is bereikt waarop het onverantwoord is om het TSO in te zetten. Vervolgens wordt er een herstelplan bekendgemaakt, waarna R. te L. het TSO van december 2020 tot en met juli 2021 heeft begeleid. Uit de verslagen die door R. te L. zijn opgesteld, blijkt dat hij heeft geconstateerd dat door het TSO werkzaamheden veelvuldig op eigen initiatief op andere momenten werden uitgevoerd dan met de groepsleider was besproken, dat het TSO zich collectief niet houdt aan de vooraf opgemaakte planning ondanks dat interventie had plaatsgevonden op het strakker en beter plannen. Verder constateert R. te L. dat het bij het TSO ontbreekt aan zelfreflectie en transparantie en dat zij weigert hulp te accepteren vanuit andere teams. R. te L. concludeert verder dat het gevoel van wantrouwen, zowel onderling binnen het team als gezamenlijk richting de organisatie, te diepgeworteld zit bij het TSO. Ook uit de verklaring van de nieuwe ploegleider, [naam08] , over wat hij aantrof in oktober 2021, blijkt dat er forse problemen waren binnen het TSO. [naam08] schrijft onder meer dat bij zijn openingsgesprek met het TSO veel onvrede naar voren kwam over de teamleidster en het TSO zich vijandig en erg onvriendelijk richting haar opstelde. Ook werd in dat gesprek aangegeven dat er geen vertrouwen meer was in de teamleidster. Verder constateert [naam08] dat er geen bereidheid was om nachtdiensten of aangepaste dienst te draaien totdat duidelijkheid was verkregen over de verschuivingstoelage. [naam08] schrijft verder dat hij op 21 oktober 2021 een werkbereidheidsvraag heeft gedaan voor 25 en 26 oktober 2021, waarop drie leden van het TSO hebben aangegeven niet te kunnen en waardoor de operationele inzet geen doorgang kon vinden. [naam08] constateert verder dat diverse geluiden binnen de afdeling aangeven dat er geen enkel vertrouwen meer is in het goed functioneren van het team, dat er geen vertrouwen is in de organisatie, geen vertrouwen is in de teamleiding en dat teamleden van het O&T bij hem hebben aangegeven dat sprake is van een ernstig niet te herstellen werkverhouding. [naam08] heeft daarnaast op 23 november 2021 aan [naam13] geschreven dat bij iedere afdeling binnen TOO het gevoel leeft dat houding en gedrag van de afgelopen tijd van een aantal mensen van het TSO niet meer door de beugel kan, dat de commandant heeft aangegeven niet te kunnen werken in deze werksfeer en dat drie ploegleiders hebben aangegeven dat de situatie niet langer houdbaar is. Ook blijkt uit deze verslaglegging dat ook [naam08] constateert dat voor het TSO niet het rooster leidend is, maar privé en dat er in de afgelopen maanden met grote regelmaat veranderingen van inzetplanning hebben plaatsgevonden op initiatief van het TSO. [naam08] concludeert dat de werkverhoudingen onherstelbaar zijn beschadigd en op deze wijze geen heimelijke operaties met elkaar uitgevoerd kunnen worden.
deoorzaak van de onhoudbare situatie – het wederzijds gebrek aan vertrouwen tussen TSO en de leidinggevende(n) - die uiteindelijk is ontstaan. De leden van het TSO, en dus ook [verzoeker01] , miskennen dat zij hier als werknemers ook zelf een aandeel in hebben gehad, maar vooral dat de FIOD in die periode wel degelijk heeft geprobeerd om zaken aan te pakken en te verbeteren. Uit de onder de feiten weergegeven mails en gespreksverslagen blijkt immers dat de FIOD het TSO er, gedurende langere tijd en op meerdere momenten erop heeft gewezen dat in de manier waarop er door TSO, zowel binnen het team als met andere onderdelen van TOO, werd gewerkt en werd samengewerkt, zaken moesten veranderen. De kantonrechter is van oordeel dat dit voor [verzoeker01] duidelijk moet zijn geweest, gelet op bijvoorbeeld de e-mails van [naam03] aan het TSO van 21 oktober 2020, waarin zij schrijft dat een aanvang zal worden gemaakt met een poging tot herstel van het TSO, haar e-mail van 7 november 2020 waarin zij schrijft dat de leden van het TSO zich bij de uit te voeren opdrachten van die week moeten houden aan de gemaakte afspraken met haar, de commandanten en onderling en dat het varen van een eigen koers niet wordt gewaardeerd en arbeidsrechtelijke consequenties kan hebben. Ook schrijft [naam03] in die e-mail dat ‘het inmiddels vijf voor twaalf en haar maar ook het MT ernst is’. Verder blijkt uit de verslaglegging van zowel R. te L. als [naam08] bijvoorbeeld dat R. te L. begin 2021 een nieuwe roostersystematiek heeft opgezet - naar het oordeel van de kantonrechter een voorbeeld van willen verbeteren van het gemiste arbeidsrechtelijk kader -, maar dat het TSO weigerde om zich aan dat rooster te houden en dat er met grote regelmaat veranderingen van inzetplanning hebben plaatsgevonden op initiatief van het TSO.
6.De beoordeling van het (voorwaardelijk) tegenverzoek van de FIOD
- datum indiensttreding: 6 mei 1996
- datum uitdiensttreding: 1 juni 2023
- bruto maandsalaris conform schaal 7 trede 10, te vermeerderen met de individuele periodieke salarisverhoging(en) en de salarisverhoging(en) conform cao afspraken en met de op grond van dat salaris te berekenen bedragen aan overwerkvergoeding, toelage onregelmatige dienst en verschuivingstoelage.