ECLI:NL:RBDHA:2023:6192

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 mei 2023
Publicatiedatum
1 mei 2023
Zaaknummer
NL23.10079
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in het bestuursrechtelijke beroep inzake overdracht aan Duitsland

In de zaak tussen een verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 mei 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tegen een besluit van 31 maart 2023, waarin was bepaald dat hij zou worden overgedragen aan de autoriteiten van Duitsland op basis van de Dublinverordening. Tijdens de zitting op 25 april 2023, waar de verzoeker en zijn gemachtigde niet aanwezig waren, was alleen de gemachtigde van de verweerder, mw. S.J. de Vries, aanwezig. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.10078) die verband houdt met het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.10079

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.K. Bhadai),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S.J. de Vries).

Procesverloop

Bij besluit van 31 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder bepaald dat verzoeker wordt overgedragen aan de autoriteiten van Duitsland zoals bedoeld in de Dublinverordening [1] .
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.10078, op 25 april 2023 op zitting behandeld. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Wel is verschenen de gemachtigde van verweerder, mw. S.J. de Vries.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.10078, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Verordening (EU) Nr. 604/2013