ECLI:NL:RBDHA:2023:6130
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Polen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 april 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. L.J. Blijdorp, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. S.H.F. Pols, niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Polen verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 11 april 2023 behandeld, samen met een andere zaak (NL23.8274). In de uitspraak van diezelfde dag is het beroep van de verzoeker behandeld, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. S.J. Valk. De beslissing is openbaar gemaakt op 14 april 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.