ECLI:NL:RBDHA:2023:6100
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Palestijnse eisers met betrekking tot hun status in Libië en de beoordeling van kwetsbaarheid
In deze zaak hebben eisers, een Palestijnse man en zijn echtgenote, een asielaanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die is afgewezen. De eisers hebben verklaard dat zij in Libië zijn bedreigd vanwege hun lidmaatschap van de politieke beweging Al Tayar Al Islah Al Democratiya en dat zij vrezen voor vervolging bij terugkeer naar Libië. De staatssecretaris heeft de aanvragen ongegrond verklaard, waarbij hij de situatie van Palestijnen in Libië heeft beoordeeld. De rechtbank heeft eerder in een uitspraak van 10 mei 2022 geoordeeld dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom eisers niet als kwetsbare minderheidsgroep konden worden aangemerkt. In de nieuwe besluiten van 24 november 2022 heeft de staatssecretaris de aanvragen opnieuw afgewezen, waarbij hij zich baseerde op de nota landenbeleid Libië en eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft de beroepen van eisers behandeld en geconcludeerd dat de staatssecretaris op juiste wijze uitvoering heeft gegeven aan de eerdere uitspraak. De rechtbank oordeelt dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij bij terugkeer naar Libië een reëel risico lopen op ernstige schade en dat zij niet behoren tot een kwetsbare minderheidsgroep. De beroepen zijn ongegrond verklaard.