ECLI:NL:RBDHA:2023:6099
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van uitstel van vertrek op grond van medische noodsituatie en toegankelijkheid van zorg in Nigeria
Op 26 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een Nigeriaanse eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had verzocht om uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat hij medische klachten had die behandeling vereisten. De rechtbank beoordeelde de aanvraag na een eerdere afwijzing door de staatssecretaris en een daaropvolgend bezwaar. De rechtbank stelde vast dat de staatssecretaris het advies van het Bureau Medische Advisering (BMA) had gevolgd, dat concludeerde dat de noodzakelijke medische zorg in Nigeria beschikbaar was en dat de eiser in staat was om te reizen. Eiser had aangevoerd dat de zorg in Nigeria ontoegankelijk was, maar de rechtbank oordeelde dat hij onvoldoende bewijs had geleverd om deze claim te onderbouwen. De rechtbank merkte op dat het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken te algemeen was om de stelling van eiser te ondersteunen. De rechtbank concludeerde dat er geen reëel risico was op schending van artikel 3 van het EVRM en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de eiser om aan te tonen dat de benodigde zorg niet toegankelijk is en dat de staatssecretaris op basis van het BMA-advies correct had gehandeld.