ECLI:NL:RBDHA:2023:6097
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de plaatsing van een asielzoeker in een Handhavings- en Toezichtlocatie na incidenten van agressief gedrag
Op 26 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een eiser, een Syrische asielzoeker, en het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser was per 8 maart 2023 geplaatst in een Handhavings- en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen, na incidenten van agressief gedrag, waaronder vernielingen en bedreigingen. De rechtbank heeft de beroepen van de eiser tegen de besluiten van het COa en de staatssecretaris ongegrond verklaard.
De rechtbank oordeelde dat de besluiten tot plaatsing en de vrijheidsbeperkende maatregel voldoende gemotiveerd waren. De rechtbank stelde vast dat de eiser zich schuldig had gemaakt aan ernstige gedragingen die een grote impact hadden op de medebewoners, waaronder het vernielen van eigendommen en het in brand steken van een Nederlandse vlag. De rechtbank vond het aannemelijk dat deze incidenten zich hadden voorgedaan, en dat de eerdere maatregelen, zoals ROV-maatregelen, niet tot een positieve gedragsverandering hadden geleid.
De rechtbank concludeerde dat de plaatsing in de HTL gerechtvaardigd was en dat de vrijheidsbeperkende maatregel ook voldoende was gemotiveerd. De eiser had de mogelijkheid om zijn omstandigheden naar voren te brengen, en de rechtbank oordeelde dat het belang van de openbare orde de maatregel vorderde. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.