ECLI:NL:RBDHA:2023:6076
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na beslissing op beroep
Op 26 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met nummer NL23.2167, waarin een verzoeker om een voorlopige voorziening heeft gevraagd in het kader van zijn asielaanvraag. De verzoeker had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 18 januari 2023 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hiertegen had de verzoeker beroep ingesteld en daarnaast verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening op 8 maart 2023 behandeld, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde, mr. M.P. Gaal-de Groot. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. A.M.I. Eleveld. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening besproken in samenhang met een andere zaak, NL23.2166, waarin op dezelfde dag uitspraak is gedaan.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, nu er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep in de zaak NL23.2166, er geen noodzaak meer is voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage-van den Bosch, in aanwezigheid van griffier mr. M.J.C. ten Hoopen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.