ECLI:NL:RBDHA:2023:6048
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag onder de Dublinverordening met betrekking tot medische omstandigheden van de broer van eiser
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 april 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser, van Syrische nationaliteit, had een asielaanvraag ingediend die niet in behandeling werd genomen omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling daarvan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris geen uitstel hoefde te verlenen voor het indienen van correcties en aanvullingen op het Dublingehoor, omdat de gemachtigde van eiser haar vakantie niet tijdig had doorgegeven. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een inhoudelijke behandeling van de asielaanvraag door Nederland rechtvaardigden. Eiser had aangevoerd dat hij zorg droeg voor zijn broer in Nederland, die medische klachten had, maar de rechtbank concludeert dat de staatssecretaris in redelijkheid kon besluiten dat de omstandigheden niet voldoende bijzonder waren om van de overdracht aan Duitsland af te zien. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft en eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt.