Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Hamzaoui, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de asielaanvraag op 1 februari 2023 had afgewezen als kennelijk ongegrond. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het onderzoek ter zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht achterwege blijft. Dit betekent dat er geen zitting zal plaatsvinden om het verzoek om voorlopige voorziening te behandelen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL23.3923, waarin op het beroep van de verzoeker is beslist. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, wat betekent dat de kosten van de procedure niet worden vergoed.
De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, de voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, wat betekent dat de beslissing definitief is. De zaak betreft bestuursrecht en specifiek vreemdelingenrecht, en is geregistreerd onder zaaknummer NL23.3924.