ECLI:NL:RBDHA:2023:6034

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
26 april 2023
Zaaknummer
NL23.8756
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheidsbeginsel Kroatië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 april 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder en een aantal verzoekers die asiel hebben aangevraagd. De verzoekers, die ook minderjarige kinderen hebben, hebben tegen de besluiten van 21 maart 2023 beroep ingesteld, waarin hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling zijn genomen. Dit gebeurde op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van hun aanvragen.

De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl verweerder een verweerschrift heeft ingediend. De zitting vond plaats op 14 april 2023, waar de verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde, en de vertegenwoordiger van de verweerder aanwezig waren. Tijdens de zitting is ook een tolk ingeschakeld.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in een gerelateerde zaak (NL23.8755), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van mr. M.C. Drenten-Boon, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.8756

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer] en
[naam], V-nummer: [nummer] , verzoekers
mede namens hun minderjarige kinderen:
[naam], V-nummer: [nummer]
[naam], V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E. Ebes),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S.J. de Vries).

Procesverloop

Bij besluiten van 21 maart 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.8755, op 14 april 2023 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Er is een tolk verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.8755, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Drenten-Boon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.