ECLI:NL:RBDHA:2023:5990

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
26 april 2023
Zaaknummer
NL23.2318
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buiten behandelingstelling asielaanvraag wegens niet verschijnen bij gehoor

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 april 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, die een asielaanvraag had ingediend, is meerdere keren uitgenodigd voor een gehoor, maar is niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 19 september 2022 voor het eerst was uitgenodigd, maar niet is verschenen. Vervolgens heeft verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, eiser een voornemen gestuurd om de aanvraag buiten behandeling te stellen, waarbij eiser twee weken de tijd kreeg om een verschoonbare reden op te geven voor zijn afwezigheid. Eiser heeft echter pas na het verstrijken van deze termijn gereageerd, zonder een verschoonbare reden te geven.

De rechtbank heeft verder vastgesteld dat eiser ook op 8 december 2022 en op 18 januari 2023 niet is verschenen voor de gehoorzittingen. Eiser heeft weliswaar gesteld dat hij zich op de laatste datum had gemeld, maar dit werd niet onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat verweerder niet verplicht was om eiser opnieuw uit te nodigen voor een gehoor voordat de aanvraag buiten behandeling werd gesteld. Eiser heeft ook geen bewijs geleverd dat zijn terugkeer naar Algerije zou leiden tot een schending van artikel 3 van het EVRM. De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag van eiser terecht buiten behandeling is gesteld en verklaart het beroep ongegrond. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.2318
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M.M.G. Crompvoets),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. de Bonth).

ProcesverloopBij besluit van 18 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser in de verlengde procedure buiten behandeling gesteld.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 6 april 2023 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met bericht vooraf, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw [1] in samenhang gelezen met artikel 3.45b, tweede lid van het VV [2] en paragraaf C2/8 van de Vc [3] kan een aanvraag buiten behandeling worden gesteld wanneer de vreemdeling niet is verschenen bij een gehoor en hij niet binnen een termijn van twee weken heeft aangetoond dat dit niet aan hem is toe te rekenen.
2. Eiser is eerst uitgenodigd voor een gehoor op 19 september 2022. Eiser is toen niet verschenen. Aan eiser is op 20 september 2022 een voornemen verzonden waarin hem twee weken de tijd werd gegund om een verschoonbare reden op te geven voor zijn afwezigheid. Eiser heeft de dag na het verlopen van die termijn gereageerd, evenwel zonder opgave van een verschoonbare reden. Verweerder heeft eiser desondanks opnieuw uitgenodigd voor een gehoor op 8 december 2022. Eiser is toen opnieuw niet verschenen, waarbij verweerder echter niet uitsluit dat dit te wijten was aan logistieke problemen.
3. Eiser is voor de derde maal uitgenodigd voor een gehoor op 18 januari 2023. Eiser is opnieuw niet verschenen. Ook hier is geen sprake van een verschoonbare reden. Zelfs als moet worden uitgegaan van eisers stelling dat hij zich die dag heeft gemeld op de locatie van zijn gehoor maar niet werd toegelaten omdat hij de uitnodigingsbrief niet bij zich had, komt dit voor zijn rekening. In die brief stond immers dat eiser deze naar het gehoor mee moest nemen.
4. Tegen die achtergrond is er geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder eiser, alvorens de aanvraag buiten behandeling te stellen, opnieuw voor een gehoor had moeten uitnodigen. Eiser is naar aanleiding van het voornemen van 20 september 2022 ook in de gelegenheid gesteld te reageren op het voornemen van verweerder om tevens een terugkeerbesluit en een inreisverbod op te leggen. Dat eiser daar toen geen gebruik van heeft gemaakt, heeft niet tot gevolg dat verweerder na 18 januari 2023 een nieuw voornemen had moeten uitbrengen. Ook ambtshalve ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder ten onrechte een terugkeerbesluit en een inreisverbod heeft uitgevaardigd.
6. Eiser heeft zijn stelling dat hij niet kan terugkeren naar Algerije omdat dit leidt tot schending van artikel 3 van het EVRM [4] niet onderbouwd. Eiser kan bovendien opnieuw een asielaanvraag indienen. Deze aanvraag wordt dan, zoals in het verweerschrift nog eens is benadrukt, behandeld als een eerste asielaanvraag. Dit betekent dat eiser opnieuw in de gelegenheid zal worden gesteld om de redenen voor zijn vlucht uit zijn land van herkomst kenbaar te maken. Van een schending van het verbod van refoulement is geen sprake.
7. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser terecht buiten behandeling gesteld. Het beroep is ongegrond. Verweerder hoeft geen proceskosten te betalen.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 april 2023 door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Voorschrift Vreemdelingen 2000
3.Vreemdelingencirculaire 2000.
4.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden.