ECLI:NL:RBDHA:2023:5965

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
C/09/645464 / FA RK 23-2428
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot schorsing en beslissing over klacht inzake verplichte zorg in de geestelijke gezondheidszorg

Op 5 april 2023 heeft de rechtbank Den Haag een verzoekschrift ontvangen van een man, geboren in 1955, die momenteel verblijft in een zorginstelling. Het verzoek betreft de schorsing van een eerder genomen beslissing tot verplichte zorg in de vorm van ECT-behandeling, die op 26 januari 2023 was verleend. De man heeft een klacht ingediend bij de klachtencommissie over deze beslissing, die op 20 februari 2023 werd afgewezen. De man stelt dat de ECT-behandeling niet langer gerechtvaardigd is en dat deze behandeling ernstige inbreuken op zijn lichamelijke en geestelijke integriteit met zich meebrengt. Hij heeft jarenlang ECT-behandelingen ondergaan en ervaart nu ernstige bijwerkingen zoals geheugenverlies en stress.

Tijdens de zitting op 13 april 2023 heeft de rechtbank de standpunten van de man en de zorgaanbieder gehoord. De zorgaanbieder heeft aangegeven dat de ECT-behandeling is afgebouwd naar één keer in de drie weken, maar dat de man nog steeds niet gemotiveerd is voor andere medicatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ECT-behandeling in lijn is met de professionele standaard en dat er geen minder ingrijpende alternatieven beschikbaar zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen en dat de klacht van de man ongegrond is.

De rechtbank heeft het verzoek tot schorsing van de ECT-behandeling afgewezen en de klacht ongegrond verklaard. Deze beslissing is genomen met inachtneming van de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. De beschikking is gegeven door rechter M. Dam, bijgestaan door griffier A.E.M. Nijhout-van der Plas, en is uitgesproken ter openbare zitting op 13 april 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Enkelvoudige Kamer
Zaak-/rekestnummer: C/09/645464 / FA RK 23-2428
Datum beschikking: 13 april 2023
Verzoek tot schorsing ex artikel 10:9 lid 1 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
Beslissing over klacht ex artikel 10:7 lid 1 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

Beschikking op het op 5 april 2023 ingediende verzoekschrift van:

[de man01] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum01] 1955 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [woonplaats01] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats01] ,
advocaat: mr. H.P.J. van der Eerden, te ’s-Gravenhage.
ter verkrijging van een beslissing over een klacht door betrokkene bij de klachtencommissie [verblijfplaats01] (hierna: de klachtencommissie) op 16 februari 2023.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
- de zorgaanbieder [verblijfplaats01] .

Feiten en procesverloop

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen.
Aan verzoeker wordt door zorgaanbieder [verblijfplaats01] verplichte zorg verleend krachtens een door deze rechtbank verleende zorgmachtiging van 26 januari 2023 geldend uiterlijk tot en met 26 januari 2024.
Verzoeker heeft bij brief van 16 februari 2023 bij de klachtencommissie een klacht ingediend tegen de beslissing om verplichte zorg te verlenen in de vorm van ECT behandeling. Verzoeker heeft tevens verzocht om op grond van artikel 10:5, eerste lid, Wvggz de beslissing om verplichte zorg te verlenen in de vorm van ECT behandeling, te schorsen.
De klachtencommissie heeft op 20 februari 2023 het schorsingsverzoek afgewezen.
De klachtencommissie heeft de klacht ongegrond verklaard. Deze beslissing heeft de klachtencommissie op 24 februari 2023 aan betrokkene meegedeeld en op schrift op 30 maart 2023 aan betrokkene toegezonden.
Verzoeker heeft bij verzoekschrift verzocht de door hem ingediende klacht tegen de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg in de vorm van ECT behandeling alsnog gegrond te verklaren, alsmede de beslissing waartegen de klacht is gericht op grond van artikel 10:9, eerste lid, Wvggz, te schorsen.
Op 13 april 2023 is het verzoekschrift ter zitting van deze rechtbank behandeld door mr. M. Dam. Daarbij zijn gehoord:
- verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer, [de man02] , bewindvoerder;
- de heer [psychiater01] , psychiater;
- mevrouw [naam01] , verpleegkundige specialist;
- de heer [de man02] , bewindvoerder.

Standpunten partijen

Verzoeker stelt zich op het standpunt dat de toepassing van ECT behandeling niet (langer)
gerechtvaardigd is. Hij ervaart het toepassen van ECT als een ernstige inbreuk op zijn lichamelijke en geestelijke integriteit. ECT behandeling is niet langer proportioneel, doelmatig en voldoet niet langer aan de eisen van subsidiariteit. Verzoeker ondergaat inmiddels jarenlang ECT behandeling. In de ogen van verzoeker dragen de behandelingen niet langer bij aan een juiste behandeling, dient er naar een minder ingrijpende behandeling te worden gezocht en zijn de klachten van verzoeker, zoals ingrijpend geheugenverlies en oplopende spanningen voorafgaand aan de behandeling en stress een te grote inbreuk op zijn lichamelijke en geestelijke integriteit en welzijn. Ook de onzekerheid over de tijdsduur die verzoeker nog boven het hoofd hangt aangaande de ECT behandelingen ervaart verzoeker als stress. Ter zitting heeft de advocaat van betrokkene aangegeven dat de ECT behandeling kennelijk te weinig effect heeft, maar dat dit wel enorm belastend is voor verzoeker. Als er gekeken wordt naar het protocol van ECT behandelingen, dan heeft verzoeker wel erg veel behandelingen gehad.
Verzoeker heeft ter zitting aangegeven dat hij gaven heeft. Met zijn gaven kan hij mensen genezen. Verzoeker wil graag mensen helpen en hij wil verder met zijn leven.
Namens de zorgaanbieder is verwezen naar het verweer zoals gevoerd bij de behandeling van de klacht bij de klachtencommissie. Van de week is de ECT behandeling geëvalueerd en de ECT behandeling is afgebouwd naar één keer in de drie weken. De frequentie van de behandelingen was eerder dit jaar nog verhoogd vanwege onrust bij verzoeker. Er is van de week ook nog gekeken naar het voorschrijven van lithium, maar het is lastig om verzoeker hiervoor gemotiveerd te krijgen omdat hij huiverig is voor andere medicatie. Verzoeker heeft geen inzicht in de psychose en hij begrijpt niet waarom er behandeling nodig is. Verzoeker heeft op dit moment negenveertig behandelingen gehad. In de meeste gevallen zijn er minder ECT behandelingen nodig, maar door de complexe problematiek van verzoeker kan daarmee in zijn geval niet worden volstaan. Het protocol voor ECT behandeling is vooral gericht op mensen met een depressie en dit is redelijk eenvoudig om te behandelen. Er zijn meerdere gevallen bekend waarin mensen een onderhoudsbehandeling nodig hebben omdat zij kwetsbaar zijn voor een terugval. Daarbij kan het medicijn clozapine bij verzoeker niet worden ingezet vanwege de bijwerkingen. Anders zou dit een goed middel zijn om in te zetten. Het is ook nog maar de vraag of andere medicatie, zoals lithium, voldoende is om verzoeker stabiel te houden. Ook stress van buitenaf kan de balans verstoren. Hopelijk kan er op huidige afdeling worden gewerkt aan verdere stabilisatie zodat de ECT behandelingen verder kunnen worden afgebouwd.
De bewindvoerder heeft aangegeven dat het een lastige situatie is. Hij probeert wat rust voor verzoeker te creëren zodat verzoeker een redelijke manier van leven heeft, maar het verloopt moeizaam.

Beoordeling

Schorsingsverzoek
Op grond van het bepaalde in artikel 10:9 lid 1 Wvggz kan de rechtbank de beslissing waartegen de klacht is gericht, schorsen. De rechtbank hanteert daarbij een terughoudende toets. De rechtbank stelt voorop dat op grond van artikel 3:2, lid 2 sub a Wvggz de basisvoorwaarde voor dwangbehandeling is dat het gedrag van verzoeker als gevolg van haar psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. Wat betreft de psychische stoornis en het daaruit voortvloeiend ernstig nadeel verwijst de rechtbank naar de beschikking van de rechtbank van 26 januari 2023, waarbij ten aanzien van verzoeker een zorgmachtiging is afgegeven. Deze beslissing heeft kracht van gewijsde.
Voorts volgt uit de verklaring van de arts en psychiater ter zitting thans voldoende dat de ECT behandeling in lijn is met de professionele standaard, dat rekening is gehouden met de bij behandelaars bekende en door verzoeker gestelde bijwerkingen, en dat niet gebleken is van passende alternatieven. In het protocol voor ECT behandeling worden er lagere aantallen ECT behandelingen genoemd. Deze aantallen worden genoemd voor de behandeling van mensen met depressies, maar bij verzoeker is er sprake van complexere problematiek. Daarbij zijn er mensen die een onderhoudsbehandeling nodig blijven hebben omdat zij gevoelig zijn voor een terugval. Dit zal altijd worden besproken met de psychiater. Het medicijn clozapine niet worden ingezet vanwege de ernstige bijwerkingen die verzoeker ervan heeft ondervonden en is verzoeker op dit moment bovendien niet gemotiveerd voor andere medicatie, zoals lithium.
De rechtbank ziet, gelet op hetgeen uit de stukken naar voren is gekomen en met name gelet op de door de psychiater ter zitting gegeven toelichting, onvoldoende aanleiding om te kunnen concluderen dat sprake is van een onjuiste beoordeling door de zorgverantwoordelijke en in het verlengde daarvan ziet de rechtbank dan ook geen aanleiding om gebruik te maken van haar (discretionaire) bevoegdheid tot schorsing van het besluit tot het verlenen van verplichte zorg in de vorm van ECT behandeling, in afwachting van de beslissing op het klachtverzoek van verzoekster door de rechtbank.
Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.
Klacht
De rechtbank stelt allereerst vast dat verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoek, aangezien het verzoekschrift binnen de in artikel 10:7, tweede lid, Wvggz gestelde termijn bij de rechtbank is ingediend.
Voor het toepassen van verplichte zorg moet sprake zijn van ernstig nadeel dat wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. De rechtbank stelt vast, mede gelet op de beschikking van 26 januari 2023 waarbij een zorgmachtiging is verleend die kracht van gewijsde heeft, dat bij verzoeker sprake is van een psychische stoornis, te weten chronisch psychotisch toestandsbeeld in het kader van schizofrenie, met paranoïde wanen en grootheidsideeën.
De rechtbank stelt ook vast dat de psychische stoornis van verzoeker leidt tot ernstig nadeel. Vanuit de stoornis is sprake van levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van uzelf of een ander, bedreiging van de veiligheid van uzelf al dan niet doordat u onder invloed van een ander raakt, de situatie dat u met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, volgt dat de toepassing van verplichte zorg in de vorm van ECT behandeling proportioneel en noodzakelijk is ter afwending van het ernstig nadeel en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
Niet is gebleken dat er minder bezwarende alternatieven zijn. Het medicijn clozapine kan niet worden voorgeschreven vanwege de bijwerkingen. Verzoeker is huiverig voor andere medicatie en het is lastig om hem hiervoor te motiveren. Het is ook maar de vraag of medicatie voldoende effect heeft om het toestandsbeeld van verzoeker stabiel te krijgen.
Voorts is de ECT-behandeling over het algemeen doelmatig gebleken en tenslotte is de verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief gebleken. Onlangs is de ECT-behandeling geëvalueerd en is de behandeling afgebouwd naar één keer in de drie weken. De behandeling kon worden afgebouwd omdat deze effect had. In overleg met de psychiater wordt er gekeken naar de benodigde frequentie van de behandeling en/of onderhoudsbehandeling nodig is.
Gelet op het voorgaande, is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de hiervoor genoemde voorwaarden voor de verplichte toediening van de medicatie, waarbij de rechtbank tevens van oordeel is dat de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid in acht zijn genomen.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de klacht van verzoeker ongegrond moet worden verklaard.

Beslissing:

De rechtbank:
wijst het verzoek tot schorsing van de ECT behandeling af;
verklaart de klacht ongegrond
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Dam, rechter, bijgestaan door mr. A.E.M. Nijhout-van der Plas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 april 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.