ECLI:NL:RBDHA:2023:5903
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag omwisseling Pakistaans rijbewijs wegens valsheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 april 2023, in de zaak tussen eiser en de directie van de RDW, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om omwisseling van zijn Pakistaanse rijbewijs voor een Nederlands rijbewijs beoordeeld. De aanvraag werd afgewezen omdat het Pakistaanse rijbewijs ongeldig werd bevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag op goede gronden is gedaan, waarbij verweerder zich baseerde op een deskundigenadvies van het Expertisecentrum Rijbewijzen. Dit advies concludeerde dat het rijbewijs vals was, wat door eiser niet voldoende werd weerlegd.
De rechtbank heeft de procesgang en de argumenten van beide partijen in overweging genomen. Eiser had geen concrete aanknopingspunten aangedragen om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het deskundigenadvies. Het door eiser overgelegde verificatiecertificaat kon niet aantonen dat het rijbewijs authentiek was. De rechtbank oordeelde dat verweerder aan zijn vergewisplicht had voldaan en dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. Eiser had ook geen argumenten aangedragen die erop wezen dat de gevolgen van de afwijzing onevenredig waren in verhouding tot de doelen van de regelgeving.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag om omwisseling van het rijbewijs standhield. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.