ECLI:NL:RBDHA:2023:5864

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 april 2023
Publicatiedatum
24 april 2023
Zaaknummer
NL23.9854
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning

Op 24 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had op 25 maart 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 april 2023 behandeld, samen met een andere zaak (NL23.9853). Tijdens de zitting was de verzoeker vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. S.J. de Vries, terwijl de Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. J.M. Suurmeijer. Na de behandeling van de zaak heeft de rechtbank op dezelfde dag uitspraak gedaan in de andere zaak, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Drenten-Boon, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.9854

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.M. Suurmeijer),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S.J. de Vries).

Procesverloop

Bij besluit van 25 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.9853, op 14 april 2023 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.9853, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Drenten-Boon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.