ECLI:NL:RBDHA:2023:5820

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
24 april 2023
Zaaknummer
09/121785-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor seksueel misbruik van kleindochter

Op 26 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel misbruik van zijn kleindochter. De verdachte, geboren in 1952, werd beschuldigd van het plegen van seksuele handelingen met zijn kleindochter, die in de periode van 29 april 2008 tot en met 28 april 2010, toen zij nog geen twaalf jaar oud was, bij hem logeerde. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op 12 april 2023, waarbij de officier van justitie, mr. P.M. Kampen, de bewezenverklaring van de tenlastelegging heeft gevorderd. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. H.J. Veen, pleitte voor vrijspraak.

De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer, die gedetailleerd en consistent waren, als betrouwbaar beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de seksuele handelingen, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer en ontuchtige handelingen, wettig en overtuigend bewezen zijn. De verdachte heeft de handelingen ontkend, maar zijn eigen verklaringen tijdens de zitting gaven steun aan de beschuldigingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van het slachtoffer, die aan zijn zorg was toevertrouwd.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan de tijd in voorarrest in mindering wordt gebracht. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn gezondheidstoestand. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een voorwaardelijk strafdeel, gezien de aard van de feiten en de risico's voor andere minderjarigen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/121785-21
Datum uitspraak: 26 april 2023
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1952 [geboorteplaats] ,
BRP- [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 12 april 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. P.M. Kampen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. H.J. Veen naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting - ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 april 2008 tot en met 28 april 2010 te Krimpen aan de Lek, gemeente Krimpenerwaard met [slachtoffer] ,
geboren op [geboortedatum] 2002, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of
meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] , hebbende verdachte (meermalen):
- zijn vinger(s) in de vagina,
althans tussen de schaamlippen en/of op de clitorisvan [slachtoffer] geduwd/gebracht;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 april 2008 tot en met 28 april 2010 te Krimpen aan de Lek, gemeente Krimpenerwaard ontucht heeft gepleegd met een aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten zijn kleindochter [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2002, immers heeft hij, verdachte (meermalen):
- de vagina van [slachtoffer] betast en/of
- [slachtoffer] , met kleding aan, op zijn geslachtsdeel gezet en/of
- de hand van [slachtoffer] op zijn geslachtsdeel gelegd en vervolgens heen en weer gaande bewegingen gemaakt.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak van het onder 1 en 2 ten laste gelegde bepleit.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in bijlage I opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
3.4.
Bewijsoverwegingen
Juridisch kader
De rechtbank stelt voorop dat zedenzaken zich doorgaans kenmerken door de aanwezigheid van slechts twee personen bij de veronderstelde handelingen: de vermeende dader en het vermeende slachtoffer. Uit vaste rechtspraak volgt dat in zedenzaken een geringe mate van steunbewijs in combinatie met de verklaring van het vermeende slachtoffer voldoende wettig bewijs kan opleveren. Het is voldoende wanneer de verklaring van het slachtoffer op specifieke punten bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen, die afkomstig zijn van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd. De ontuchtige handelingen zelf hoeven geen steun te vinden in andere bewijsmiddelen. Daar staat tegenover dat tussen de belastende verklaring en het overige bewijsmateriaal een niet te ver verwijderd verband mag bestaan.
De rechtbank zal gelet op het voorgaande daarom eerst beoordelen of zij de verklaringen van [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ), de kleindochter van de verdachte, betrouwbaar acht.
Betrouwbaarheid aangever
De rechtbank acht de verklaringen die door [slachtoffer] zijn afgelegd authentiek, gedetailleerd en consistent. Zo heeft [slachtoffer] op verschillende momenten in de tijd en tegenover verschillende personen specifiek verklaard over de seksuele handelingen die volgens haar hebben plaatsgevonden en wat zij voelde toen de verdachte haar vagina aanraakte. Zij heeft verklaard dat de verdachte met twee vingers hard drukte waardoor zij pijn voelde en dat de verdachte de buitenkant van haar vagina streelde en dat dat gevoelig was. [slachtoffer] heeft ook verklaard dat zij een keer aan het geslachtsdeel van de verdachte moest zitten en benoemd wat haar opviel aan de stand van zijn geslachtsdeel. Zij heeft voorts verklaard waar de seksuele handelingen plaatsvonden en op welke momenten dit is gebeurd. Zo heeft [slachtoffer] verklaard dat de seksuele handelingen plaatsvonden in de slaapkamer van haar grootouders als zij bleef logeren in weekenden of vakanties, en dat zij op de plek van haar oma in het bed lag. De seksuele handelingen hebben volgens [slachtoffer] telkens plaatsgevonden in de ochtend als haar oma naar de kerk of naar het werk ging.
De rechtbank betrekt bij het oordeel over de betrouwbaarheid van [slachtoffer] ook dat uit het dossier geen aanwijzingen volgen waaruit zou blijken dat [slachtoffer] er enig belang bij had haar verklaring over de verdachte te verzinnen. Integendeel, [slachtoffer] heeft in 2018 besloten aangifte te doen, en niet eerder, omdat zij het eerst zelf wilde oplossen en excuses van de verdachte wilde krijgen, en omdat zij wilde dat de verdachte zou worden behandeld. De omstandigheden dat de verdachte bij confrontatie ontkende en de zorgen die [slachtoffer] had over haar nichtjes en neefjes die nog bij de verdachte thuis komen, hebben [slachtoffer] doen besluiten aangifte te doen. De rechtbank ziet gelet op het voorgaande geen reden te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer] en acht deze betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
Steunbewijs
De rechtbank is – anders dan de verdediging – van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer] voldoende steun vindt in ander bewijsmateriaal. De rechtbank baseert zich hiervoor allereerst op de verklaringen van getuigen [getuige 1] en [getuige 2] die – evenals [slachtoffer] – de verdachte tijdens een gesprek bij de verdachte thuis hebben horen zeggen dat er seksuele handelingen hebben plaatsgevonden met [slachtoffer] . [getuige 1] heeft de verdachte specifiek horen zeggen dat de verdachte aan [slachtoffer] ’s vagina heeft gezeten. Dit biedt naar het oordeel van de rechtbank ondersteuning aan de aangifte van [slachtoffer] , nu [slachtoffer] in haar aangifte heeft verklaard dat deze seksuele handeling heeft plaatsgevonden.
Voorts wordt de verklaring van [slachtoffer] ondersteund door de verdachte zelf. Ter terechtzitting heeft de verdachte een toelichting gegeven op de door hem op 16 januari 2016 geschreven brief en heeft verklaard dat [slachtoffer] bij hem in bed kwam liggen toen zijn ex-vrouw naar haar werk ging. De verdachte heeft voorts verklaard dat [slachtoffer] op twee verschillende momenten zijn hand op haar vagina heeft gelegd en op en neer bewoog. Naar het oordeel van de rechtbank bevestigt de verdachte met zijn verklaring de seksuele strekking en setting waarbinnen de seksuele handelingen volgens [slachtoffer] hebben plaatsgevonden. De uitleg die de verdachte voor het plaatsvinden van de handelingen heeft gegeven, namelijk dat het initiatief vanuit [slachtoffer] kwam en dat hij dacht dat dit bij haar ontwikkeling hoorde, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Daartoe acht de rechtbank ten eerste van belang dat zonder nadere uitleg – die de verdachte niet kon geven – niet aannemelijk is dat dergelijk handelen bij een kind in de leeftijd van zes tot acht jaar past. Daarnaast acht de rechtbank van belang dat de verdachte pas met deze verklaring is gekomen nadat hij ter terechtzitting werd geconfronteerd met de inhoud van de door hem geschreven brief. Dit klemt temeer nu de verdachte daarvoor aanhoudend en bij herhaling heeft verklaard dat hij niet met [slachtoffer] in een bed heeft gelegen en dat er in het geheel geen sprake zou zijn geweest van aanrakingen tussen hen. Mede gelet op deze tegenstrijdigheden schuift de rechtbank zijn uitleg terzijde.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat de ten laste gelegde seksuele handelingen hebben plaatsgevonden.
Uit de bewijsmiddelen volgt eveneens dat de minderjarige [slachtoffer] bij de verdachte (haar opa) logeerde, en dat de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden op het moment dat geen andere volwassene thuis was. Daarmee was [slachtoffer] aan de zorg en waakzaamheid van de verdachte toevertrouwd. In het licht van het voorgaande behoeft het geen betoog dat daarmee sprake is van ontuchtige handelingen in de in artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde zin.
Conclusie
De rechtbank is met betrekking tot de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1.
hij in de periode van 29 april 2008 tot en met 28 april 2010 te Krimpen aan de Lek, gemeente Krimpenerwaard met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 2002, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een handeling heeft gepleegd, die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] , hebbende verdachte:
- zijn vingers in de vagina van [slachtoffer] geduwd/gebracht;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in de periode van 29 april 2008 tot en met 28 april 2010 te Krimpen aan de Lek, gemeente Krimpenerwaard ontucht heeft gepleegd met een aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten zijn kleindochter [slachtoffer] , geboren op 29 april 2002, immers heeft hij, verdachte (meermalen):
- de vagina van [slachtoffer] betast en/of
- [slachtoffer] , met kleding aan, op zijn geslachtsdeel gezet en/of
- de hand van [slachtoffer] op zijn geslachtsdeel gelegd en vervolgens heen en weer gaande bewegingen gemaakt.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gelet op de bepleite vrijspraak geen standpunt ingenomen over de strafoplegging.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van seksuele handelingen met zijn kleindochter, toen zij tussen de zes en acht jaar oud was. De handelingen vonden plaats in de woning van de verdachte, toen [slachtoffer] daar in de weekenden of vakanties logeerde. De seksuele handelingen bestonden uit het binnendringen met de vingers, het betasten van de vagina van [slachtoffer] en het door [slachtoffer] laten betasten van het geslachtsdeel van de verdachte. De rechtbank acht dit handelen uitermate verwerpelijk en schadelijk. De verdachte heeft met zijn gedrag de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] geschonden en op grove wijze misbruik gemaakt van de kwetsbare en afhankelijke positie van [slachtoffer] die bij haar opa juist in een veilige omgeving zou moeten verkeren. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen. Integendeel – hij heeft ter terechtzitting juist verklaard dat het initiatief voor de seksuele handelingen bij [slachtoffer] vandaan is gekomen. De rechtbank neemt dit de verdachte zeer kwalijk.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 23 februari 2023. Daaruit volgt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor zedenfeiten.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 17 februari 2022. Uit dat advies volgt dat de verdachte een behandeltraject voor overmatig alcoholgebruik succesvol heeft afgerond. Daarnaast volgt uit het rapport dat de verdachte een ingrijpende operatie heeft ondergaan, waarvan hij ten tijde van het opstellen van de rapportage nog aan het herstellen was. Volgens de reclassering is sprake van een gemiddeld risico op recidive. De reclassering maakt zich zorgen over het contact met de minderjarige kleinkinderen van de verdachte en de risico’s op seksueel grensoverschrijdend gedrag. De reclassering adviseert de rechtbank aan de verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, met daaraan als bijzondere voorwaarden gekoppeld een meldplicht en ambulante behandeling bij [instelling] . Bij [instelling] kan volgens de reclassering een veiligheidsplan worden opgesteld en kunnen gesprekken worden gevoerd over de houding van de verdachte en zijn seksualiteit.
De verdachte heeft ter terechtzitting een toelichting gegeven op zijn medische situatie. Hij heeft verklaard dat hij meerdere zware operaties heeft ondergaan en dat hij momenteel nog steeds kampt met medische problemen die zijn leven in negatieve zin enorm beïnvloeden.
Gelet op de hiervoor benoemde aard en de ernst van de feiten, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank hanteert – gelet op de ernst van de feiten en straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd – als uitgangspunt een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden. Hoewel formeel gezien de redelijke termijn niet is overschreden, houdt de rechtbank wel rekening met het lange tijdsverloop in deze zaak. Ook ziet de rechtbank aanleiding om in strafverminderende zin in zwaarwegende mate rekening te houden met de zeer slechte gezondheidstoestand van de verdachte. Alles afwegende zal de rechtbank aan de verdachte opleggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van voorarrest. Anders dan de reclassering en de officier van justitie, ziet de rechtbank voor een voorwaardelijk strafdeel geen aanleiding, gelet op de leeftijd van de verdachte, zijn zeer slechte gezondheidstoestand en het gegeven dat de verdachte al langere tijd abstinent is van alcohol. De rechtbank acht eveneens van belang dat de feiten lange tijd geleden zijn gepleegd en niet is gebleken dat de verdachte sindsdien nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen: 57, 244 en 249 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
ten aanzien van feit 2:
ontucht plegen met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (ACHTTIEN) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. D.L.S. Ceulen, voorzitter,
mr. M.T. Paulides, rechter,
mr. M. Diepenhorst, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. S.C.S. Ramlal, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 april 2023.
Bijlage I:
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het [nummer] , van de politie eenheid Rotterdam, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 79).
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
De inhoud van de bewijsmiddelen is steeds zakelijk weergegeven.
Ten aanzien van feiten 1 en 2:
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , opgemaakt op 10 september 2018, voor zover inhoudende (p. 9-19):
Plaats delict: Krimpen aan de Lek, binnen de gemeente Krimpenerwaard.
Op maandag 10 september 2018, verscheen in het politiebureau, Hoofdbureau, [adres] , een persoon die ons opgaf te zijn:
Achternaam : [slachtoffer]
Voornamen : [slachtoffer]
Geboren : [geboortedatum] 2002
A: Ik doe aangifte tegen mijn opa wegens seksueel misbruik.
A: Mijn oma maakte mij ’s-morgens altijd wakker en dan ging ik bij mijn opa in bed liggen. Zij moest dan of naar werk of naar de kerk. Mijn opa begon mij te kriebelen bij mijn borsten wat ik eigenlijk nog niet had, dat vond ik raar. Ik duwde zijn handen toen naar beneden. Hij ging toen verder met zijn handen naar beneden en toen kwam hij bij mijn geslachtsdeel. Dat was wel op mijn ondergoed. Niet eens een minuut of 2 minuten later was het in mijn ondergoed. Dat was een raar gevoel en ik wist niet wat ik moest doen. En het begon ook opeens pijn te doen want hij drukte heel hard. Het leek alsof hij met zijn vingers erin wilde. Dat deed pijn wat hij probeerde en toen trok ik zijn hand daar weg. Maar zijn hand ging niet uit mijn ondergoed. Toen heeft hij zijn hand er tussen of er boven op gelegd.
V: Waar bedoel je?
A: Tussen de schaamlippen.
V: Wat deed hij met zijn vingers, toen het leek alsof hij naar binnen wilde?
A: Alleen er induwen. Het waren twee vingers, want het voelde alsof hij twee vingers naast elkaar hield. Om het te zeggen ik noem het vingeren. En toen probeerde hij nog een keer met zijn vingers naar beneden te gaan, hij wilde er toen weer in maar dat lukte niet. Ik denk dat ik tussen 6 en 7 jaar oud was.
V: Waar is dat gebeurd?
A: [plaats] .
Dit gebeurde in de kamer van mijn oma in haar bed.
V: Je vertelde dat hij met zijn hand naar beneden ging en op jouw ondergoed kwam, wat deed hij met zijn hand op jouw ondergoed?
A: Bewegingen maken. Ik weet niet hoe je dat noemt...Strelen.
V: Waar streelde hij dan?
A: Op mijn vaginagedeelte.
V: Op een gegeven moment gaat hij dan in je onderbroek?
A: Ja vanaf daar ging hij tussen mijn schaamlippen met zijn vingers naar beneden, dat deed best pijn, want hij drukte heel hard.
V: Waarin?
A: Ja, daar waar je je tampon in doet.
Dat deed pijn en ik trok aan zijn arm. Hij was toen wel daar eruit maar nog wel in mijn onderbroek. En toen was hij met zijn vingers aan het tikken op mijn clitoris.
V: Hoe noem je die beweging, eerder zei je strelen?
A: Ja, ongeveer hetzelfde was dat alleen was het nu iets meer gevoeliger. Ik voelde zeg maar nu meer dan toen hij op mijn ondergoed zat.
V: Ik wil eigenlijk het nu over de ergste keer hebben. Wat was voor jou de ergste keer?
A: Dat zijn eigenlijk twee delen. Die eerste keer en nog een nieuw incident.
Na de eerste keer dat het gebeurde is het wel vaker gebeurd. Dan ging ik naast mijn opa liggen. Dan zat hij er wel aan maar niet erin. Na een tijdje dat ik daar weer kwam moest ik ook aan hem zitten.
Hij zat toen eerst met zijn hand aan mijn vagina. Hij haalde toen zijn hand daar weg. Toen pakte hij mijn hand en zette mijn hand op zijn ondergoed. Ik trok mijn hand toen weg. Met zijn eigen hand haalde hij zijn geslachtsdeel uit zijn ondergoed. Toen pakte hij weer mijn hand en zette die op zijn geslachtsdeel. Daar trok ik toen weer mijn hand weg waardoor hij weer mijn hand pakte en toen zette hij mijn hand weer op zijn geslachtsdeel en toen moest ik een beweging doen, ik moest hem aftrekken. Hij zette zijn hand op mijn hand en toen heeft hij denk ik drie keer mijn hand heen en weer gedaan. Ik trok toen mijn hand weer weg en toen hij zijn geslachtsdeel terug in zijn ondergoed. Daarna pakte hij weer mijn hand en deed deze in zijn ondergoed op zijn geslachtsdeel. Toen trok ik weer mijn hand weg.
V: Wanneer is dit gebeurd?
A: Ik denk rond dezelfde leeftijd, tussen mijn 6e en 7e.
V: Wat voelde jij?
A: Op zijn ondergoed zijn geslachtsdeel.
V: Je zei dat je je hand wegtrok en toen met zijn eigen hand zijn geslachtsdeel uit
zijn ondergoed haalde, wat zag jij dan?
A: Zijn geslachtsdeel.
A: Hij lag dus op zijn zij en daardoor was er een opening aan de bovenkant van de
deken en daar kon ik doorheen kijken en toen zag ik zijn geslachtsdeel.
V: Toen pakte hij jouw hand en legde die op zijn geslachtsdeel, wat zag of voelde jij?
A: Zijn geslachtsdeel, het was wel anders dan toen op zijn ondergoed. In zijn ondergoed was zijn geslachtsdeel opgevouwen zeg maar. Toen zijn geslachtsdeel eruit was, was hij niet meer opgerold maar lang, stijf of zoiets. Hij was niet echt stijf maar ook niet slap maar lang naar beneden.
V: Weer trok je je hand weg, hij pakte je hand toen weer terug en toen legde hij zijn
hand op jouw hand en toen ging het drie keer ongeveer heen en weer, hoe ging dat dan precies?
A: Hij pakte mijn hand legde die op zijn geslachtsdeel. Mijn hand lag een beetje schuin op zijn geslachtsdeel. Dus een beetje krom om zijn geslachtsdeel heen. Dus een beetje een halve kom. Ik moest toen heen en weer gaan over zijn geslachtsdeel.
Het was niet langzaam maar ook niet supersnel. Zijn hand lag de eerste twee keer over mijn hand. En de laatste keer moest ik het zelf doen. Toen hij zijn hand weghaalde trok ik mijn hand gelijk weg.
V: Je vertelde dat zijn geslachtsdeel weer terug ging in zijn ondergoed, hoe weet je
dat?
A: Toen hij mijn hand pakte voelde ik dat ik in zijn ondergoed moest. Hij gebruikte
namelijk alle twee zijn handen, één om zijn ondergoed een beetje open te doen en de
andere hand om mijn hand erin te zetten.
V: We willen het nu over de laatste keer hebben, vertel daar eens over?
A: Nadat het was gebeurd aan zijn geslachtsdeel, is het niet meer zo vaak gebeurd. De laatste keer was het een beetje raar. Ik moest weer naast hem liggen nadat mijn oma mij uit bed had gehaald, toen ging hij weer aan me zitten. Na een paar minuten keek ik naar hem en zag ik dat zijn ogen op waren. Hij had toen zijn hand in mijn ondergoed. Ik zag toen dat hij zijn ogen op had en toen schrok ik van hem en draaide ik me gelijk om. Toen ging zijn hand ook uit mijn onderbroek.
Hij zat wel aan mij zoals die eerste keer maar heb niet meer aan hem moeten
zitten.
V: Hoe oud was je toen bij die laatste keer?
A: Ik durf wel te zeggen dat ik nog 7 jaar was. Het was in ieder geval nog ver voor
mijn 8-ste verjaardag.
A: Nadat ik het verteld had, is mijn vader naar mijn opa en oma geweest.
Ik wilde er zelf naartoe. Mijn vader heeft mij toen meegenomen samen met een goede kennis: [naam] . Ik bleef zitten met [naam] in de auto. Op een gegeven moment kwam mijn vader ons ophalen. Toen wij binnen waren en zaten, zei mijn opa: “ [slachtoffer] mijn excuses voor alles maar ik denk dat ik jou dan wel heb aangeraakt, maar ik kan het me dan eigenlijk niet meer herinneren.” Toen vroeg mijn vader heel nadrukkelijk waar hij me dan had aangeraakt. En toen zei opa: “Ik heb jou bij je vagina aangeraakt maar dan weet ik het niet meer.”
V: Hoe heet jouw opa?
A: [verdachte] .
2. Het proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] , opgemaakt op 24 maart 2021, voor zover inhoudende (p. 24 - 25):
A: Als ik naast mijn opa in bed lag dan pakte hij mij op, hij lag met zijn rug op bed, en tilde mij dan op zijn lichaam. Dat gebeurde in de houding dat ik op zijn lichaam lag maar ook dat ik op zijn lichaam zat. Hij had dan wel zijn onderbroek aan en zette mij precies op zijn geslachtsdeel.
V: Kon jij dat voelen dat jij op het geslachtsdeel van opa zat of lag?
A: Ja, dat kon ik voelen omdat zijn penis hard was.
3. Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , opgemaakt op 26 maart 2021, voor zover inhoudende (p. 32):
A: De familie vindt er wat van, er zijn er die zeggen dat de seksuele handeling door opa wel meevalt. Mijn vader erkende in eerste instantie dat er wat was gebeurd en meldde zich aan in Schotland voor behandeling.
V: Wat vertelde uw vader toen u samen met [slachtoffer] en [naam] bij hem kwam praten over de beschuldiging van seksueel misbruik door [slachtoffer] ?
A: Ik heb vader horen zeggen dat er wel wat gebeurd zou kunnen zijn.
4. Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] , opgemaakt op 10 april 2021, voor zover inhoudende (p. 50)
A: Toen ik met haar vader (de rechtbank begrijpt: de vader van [slachtoffer] ), [slachtoffer] en opa was in die ruimte hoorde ik dat die opa zei dat hij aan de vagina van [slachtoffer] had gezeten.
Wij waren in de woonkamer van die opa. Ik hoorde dat [slachtoffer] aan opa vroeg: “Waarom heb jij dat gedaan?” Die opa zei tegen [getuige 2] , de vader van [slachtoffer] : “Ik heb aan haar vagina gezeten.
5. Een geschrift, zijnde een handgeschreven brief van de verdachte van 16 januari 2016 (p. 46-47):
Wat [slachtoffer] aangaat had ik je beloofd toe te lichten. [slachtoffer] had mijn hand op haar tum gelegd (je weet wat tum is). Ze was op mijn hand aan het drukken en bewoog haar tum op en neer.
6. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 12 april 2023, voor zover inhoudende:
Ik heb de brief geschreven. Met ‘tum’ bedoelde ik vagina. [slachtoffer] heeft mijn hand gepakt en op haar vagina gelegd. Zij bewoog vervolgens op en neer. Dit was ‘s-morgens in bed. Mijn vrouw ging toen werken en [slachtoffer] kwam dan in bed. [slachtoffer] was toen zeven of acht jaar. Ik weet niet hoe oud ze precies was maar ze was beslist nog geen twaalf jaar oud.