ECLI:NL:RBDHA:2023:5793
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Colombiaanse vreemdeling wegens ongeloofwaardigheid van het asielrelaas
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 18 april 2023 uitspraak gedaan in het beroep van een Colombiaanse vreemdeling die asiel had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de verklaringen van de eiser over zijn asielrelaas ongeloofwaardig werden geacht. Eiser had gesteld dat hij geld had geleend van twee mannen en dat hij na het ontvangen van het geld was beroofd door bendeleden. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht twijfels had over de geloofwaardigheid van de verklaringen van eiser. Eiser had tegenstrijdige verklaringen afgelegd over zijn werktijden en de omstandigheden van de beroving, wat leidde tot de conclusie dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij bij terugkeer naar Colombia een reëel risico op ernstige schade loopt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van de asielaanvraag.